Sinterklaas is het land uit, maar de raadsels rond mannen in rode pakken zijn dat nog niet. Zo vroeg mijn zoon zich vanavond af waarom de Kerstman nooit naar Jezus gaat. Die is toch jarig met Kerstmis? Geen cadeaus voor Jezus.
dinsdag 14 december 2010
dinsdag 16 november 2010
Snoepgoed
‘Huur Sinterklaas’ M’n zesjarige dochter schiet in de lach als ze deze tekst op internet leest. ‘Hoe kan je nou Sinterklaas huren?’ Ik lach met ‘r mee. Sinterklaas, hij is weer in het land. De spanning loopt op bij ons thuis. Het Sinterklaasjournaal mag niet gemist worden en als er een schoen gezet wordt, blijkt slapen niet altijd makkelijk. ‘Is hij al geweest?’, hoor ik dochterlief uit haar kamertje vragen.
Een paar jaar geleden was het ook spannend, maar anders dan nu. Door een wat ongelukkige ontmoeting met een Piet was mijn dochter toen doodsbang voor alle Pieten. Als we dan op straat liepen en ik zag in de verte een Piet aankomen, renden we de andere kant op of doken we een winkel in. Dat is gelukkig over nu. Hij is nog steeds wel een beetje eng, maar het vooruitzicht van een hand vol snoepgoed maakt veel goed.
Een paar jaar geleden was het ook spannend, maar anders dan nu. Door een wat ongelukkige ontmoeting met een Piet was mijn dochter toen doodsbang voor alle Pieten. Als we dan op straat liepen en ik zag in de verte een Piet aankomen, renden we de andere kant op of doken we een winkel in. Dat is gelukkig over nu. Hij is nog steeds wel een beetje eng, maar het vooruitzicht van een hand vol snoepgoed maakt veel goed.
vrijdag 12 november 2010
Verhalen
Een intercity die naar Hoofddorp gaat. Dat kan toch niet? Alleen de combinatie intercity en HoofdDORP, dat vloekt al. Maar toch zat ik gisteren in die snelle trein naar Hoofddorp. Er waren namelijk wegwerkzaamheden. De trein naar Leiden ging maar tot Hoofddorp en daarna stond er een bus klaar. De reis werd daardoor langer dan waar mijn reisgenoot en ik zin in hadden. En we hadden al vertraging door een Amsterdamse tram die maar niet kwam opdagen. Maar oké, je doet er niets aan. Zoals je ook niets doet aan die jongen die naast je komt zitten en z’n levensverhaal aan je gaat vertellen. Ik zag het al aankomen toen hij onze kant op kwam. Ik dacht, die heeft een verhaal. Het was overigens een triest verhaal. Over een ex en drie kinderen. Eén kindje was bij de eerste ex. Twee kinderen van de andere ex waren net door Jeugdzorg ergens anders ondergebracht. Hij zal niet ouder geweest zijn dan vijfentwintig. Zo jong en dan al dit meemaken.
Reizen met de bus of trein is zo toch echt anders dan met de auto ergens naartoe gaan. Daar geen levensverhalen, of het moet op Radio 1 zijn. En daar maak je ook niet mee dat je op een koud perron drie collectanten van de KWF tegenkomt, zoals gisteren. Jong nog, witte plastic jassen aan met het logo van het goede doel. Ik was onder de indruk, totdat een van de jongens een pakje sigaretten uit z’n zak haalt, een sigaret opsteekt en er een aan de jongen naast hem geeft. Dat was zo’n raar gezicht. Een collectant van de kankerbestrijding die rookt. Dat klopte gewoon niet. Net als die intercity die naar Hoofddorp ging.
Reizen met de bus of trein is zo toch echt anders dan met de auto ergens naartoe gaan. Daar geen levensverhalen, of het moet op Radio 1 zijn. En daar maak je ook niet mee dat je op een koud perron drie collectanten van de KWF tegenkomt, zoals gisteren. Jong nog, witte plastic jassen aan met het logo van het goede doel. Ik was onder de indruk, totdat een van de jongens een pakje sigaretten uit z’n zak haalt, een sigaret opsteekt en er een aan de jongen naast hem geeft. Dat was zo’n raar gezicht. Een collectant van de kankerbestrijding die rookt. Dat klopte gewoon niet. Net als die intercity die naar Hoofddorp ging.
dinsdag 9 november 2010
Gesprek
Communicatie. Mooi woord, maar wel ingewikkeld. Soms lukt het gewoon niet, zoals gisteren met een leerkracht van school. We spraken wel met elkaar maar op compleet verschillende golflengtes. Zij kwam met details, ik wilde duidelijkheid. Lukte niet. Soms gaat mailen of schrijven in zo’n geval beter. Je kunt dan nadenken over wat je wilt zeggen en het op verschillende manieren uitproberen voordat je je mail verstuurt. In een gesprek moet je meteen schakelen en argumenten bedenken. Ik ben daar heel slecht in. Vaak weet ik pas wat ik wilde zeggen als ik naar huis fiets. Ik denk gewoon niet zo snel. Maar mailen of schrijven is niet altijd beter. Mailen kan ook gevaarlijk zijn. Tekst - zwart op wit - kun je niet nuanceren of verzachten met een blik of een glimlach. En tekst heeft een blijvend karakter. De ontvanger kan een e-mail nog een keer lezen waardoor de impact soms nog sterker is. Een zin als ‘Waarom zie ik je nooit meer?’ komt harder aan als je het leest dan wanneer iemand het gewoon tegen je zegt. Als dat gebeurt, kun je meteen reageren … en een afspraak maken.
Ingewikkeld dus, communicatie. Ook de plaats of de toon kunnen een gesprek anders maken. Zo heb ik er moeite mee als iemand na een leuk telefoongesprek heel zakelijk of kortaf afsluit. Dat gebeurt soms zonder dat degene met wie je praat er erg in heeft. Ik heb een vriendin die dat vroeger deed. Toen ik haar erop wees, was ze verbaasd. ‘Doe ik dat?’ In zo’n geval is het weer handiger als je iemand ziet op het moment dat die je gedag zegt. Als hij erbij lacht, is het niet meer erg. En dat brengt me op een punt waar mijn buurman me vanmorgen op wees: mensen die niet lachen wanneer ze met anderen praten. Die bestaan. Ze doen dat ook, denk ik, onbewust, en niet bij elk gesprek, maar het werkt dodelijk voor de communicatie. Probeer het maar eens - praten met iemand en zelf niet lachen of vriendelijk kijken. Ook niet glimlachen. Dat wordt geen leuk gesprek.
Ingewikkeld dus, communicatie. Ook de plaats of de toon kunnen een gesprek anders maken. Zo heb ik er moeite mee als iemand na een leuk telefoongesprek heel zakelijk of kortaf afsluit. Dat gebeurt soms zonder dat degene met wie je praat er erg in heeft. Ik heb een vriendin die dat vroeger deed. Toen ik haar erop wees, was ze verbaasd. ‘Doe ik dat?’ In zo’n geval is het weer handiger als je iemand ziet op het moment dat die je gedag zegt. Als hij erbij lacht, is het niet meer erg. En dat brengt me op een punt waar mijn buurman me vanmorgen op wees: mensen die niet lachen wanneer ze met anderen praten. Die bestaan. Ze doen dat ook, denk ik, onbewust, en niet bij elk gesprek, maar het werkt dodelijk voor de communicatie. Probeer het maar eens - praten met iemand en zelf niet lachen of vriendelijk kijken. Ook niet glimlachen. Dat wordt geen leuk gesprek.
zaterdag 23 oktober 2010
donderdag 21 oktober 2010
Moeite
Wie heeft de dieren gebouwd? Waar komt water vandaan? En aarde?
Dat zijn nog ’s vragen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet vaak over dit soort dingen nadenk. Ik ben niet zo’n ‘denker over het leven’. En nu moet ik antwoorden verzinnen voor mijn vierjarige zoon. Misschien moet ik hem de dvd van de Darwinserie geven. Het zijn overigens niet alleen dit soort wezenlijke onderwerpen waar hij mee komt. Eigenlijk bevraagt hij zo’n beetje alles. Wat is moe? Wat is vermoeid? Wat is moeite? Wat is open? Wat is dicht? Ik ben niet dom, maar ik kon vanmiddag toch geen sluitende definitie vinden van moeite. En probeer maar eens. Wat is moeite, hoe ziet dat eruit?
Maar toch mooi. Hoe een kind je laat nadenken over dingen die zo vanzelfsprekend lijken. Dat zijn ze ook, maar dat zijn ze ook niet. Ik ga nog even verder met die definitie van moeite. Als ik hem heb, laat ik het weten.
Dat zijn nog ’s vragen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet vaak over dit soort dingen nadenk. Ik ben niet zo’n ‘denker over het leven’. En nu moet ik antwoorden verzinnen voor mijn vierjarige zoon. Misschien moet ik hem de dvd van de Darwinserie geven. Het zijn overigens niet alleen dit soort wezenlijke onderwerpen waar hij mee komt. Eigenlijk bevraagt hij zo’n beetje alles. Wat is moe? Wat is vermoeid? Wat is moeite? Wat is open? Wat is dicht? Ik ben niet dom, maar ik kon vanmiddag toch geen sluitende definitie vinden van moeite. En probeer maar eens. Wat is moeite, hoe ziet dat eruit?
Maar toch mooi. Hoe een kind je laat nadenken over dingen die zo vanzelfsprekend lijken. Dat zijn ze ook, maar dat zijn ze ook niet. Ik ga nog even verder met die definitie van moeite. Als ik hem heb, laat ik het weten.
woensdag 20 oktober 2010
Veertig plus
Grappig hoe al die Fransen de straat opgaan als er gemorreld wordt aan de pensioenleeftijd. Zestig is dat nu in Frankrijk, en ze willen naar tweeënzestig. Daar kunnen wij alleen maar van dromen. Zevenenzestig, daar ga ik nu vanuit in mijn geval. Dan kan ik de boel de boel laten en de wereld gaan rondreizen. Of iets anders doen natuurlijk. Ik denk dat het iets anders gaat worden. Toen ik op mijn twintigste een tijdje in het buitenland woonde, merkte ik dat ik erg verknocht was aan Nederland. Een jaar weg was prima - erg leuk zelfs - maar na dat jaar was ik blij dat ik weer thuis was. Thuis met m’n eigen vrienden, familie, en al die echte Nederlandse dingen zoals stamppot andijvie en op de fiets door de stad.
Maar eerst nog maar ’s tweeënveertig worden. Dat is al best snel. Over ruim twee weken. Zelf probeer ik niet te veel te denken aan die nu wel erg serieuze leeftijd. Maar daar ben ik alleen in. Hier thuis staat alles in het teken van de naderende verjaardag. Er is zelfs al een aftellijst gemaakt. Elke dag mag ik een kruisje zetten. Ik heb er nog zestien te gaan. En ik moet ook een verlanglijst maken. Ook zoiets. Wat vraag je op je tweeënveertigste?
Maar eerst nog maar ’s tweeënveertig worden. Dat is al best snel. Over ruim twee weken. Zelf probeer ik niet te veel te denken aan die nu wel erg serieuze leeftijd. Maar daar ben ik alleen in. Hier thuis staat alles in het teken van de naderende verjaardag. Er is zelfs al een aftellijst gemaakt. Elke dag mag ik een kruisje zetten. Ik heb er nog zestien te gaan. En ik moet ook een verlanglijst maken. Ook zoiets. Wat vraag je op je tweeënveertigste?
dinsdag 5 oktober 2010
Suikerspin
Ga door twee klaphekjes. U gaat rechtdoor tussen een erehaag van forse beuken door en bereikt een knooppunt van paden. U blijft hier rechtdoor gaan op de met beuken omzoomde Koningslaan. Deze weg door de Onzalige Bossen legt u klimmend en dalend af.
Mooi hè, zo’n erehaag. En Onzalige Bossen. Je zou bijna denken dat het de tekst uit een sprookje is, maar het is heel gewoon de beschrijving van een NS-wandeltocht. Afgelopen zondag ontvluchtte ik het Leids Ontzet om te wandelen van Dieren naar Rheden. Paddenstoelen, met bladeren bedekte heuvels en de zon die door de bomen scheen. Zo mooi.
De volgende dag, maandag, was ik weer aan het wandelen. Ook met zon, dat wel, maar verder leek niets op de omgeving van zondag. Schreeuwende muziek, gegil in de botsauto’s, plastic bekers op de grond en drommen mensen, die zich schuifelend voortbewogen . Kermis in Leiden. Een bijzonder evenement, maar fijn dat het weer voorbij is. Waar ik nog wel aan zit te denken is die geel-roze suikerspin die we gisteren kochten. Wij hadden de kleinste voor drie euro, maar er was er ook een van vijftien euro. Hoe groot zou zo’n ding zijn?
Mooi hè, zo’n erehaag. En Onzalige Bossen. Je zou bijna denken dat het de tekst uit een sprookje is, maar het is heel gewoon de beschrijving van een NS-wandeltocht. Afgelopen zondag ontvluchtte ik het Leids Ontzet om te wandelen van Dieren naar Rheden. Paddenstoelen, met bladeren bedekte heuvels en de zon die door de bomen scheen. Zo mooi.
De volgende dag, maandag, was ik weer aan het wandelen. Ook met zon, dat wel, maar verder leek niets op de omgeving van zondag. Schreeuwende muziek, gegil in de botsauto’s, plastic bekers op de grond en drommen mensen, die zich schuifelend voortbewogen . Kermis in Leiden. Een bijzonder evenement, maar fijn dat het weer voorbij is. Waar ik nog wel aan zit te denken is die geel-roze suikerspin die we gisteren kochten. Wij hadden de kleinste voor drie euro, maar er was er ook een van vijftien euro. Hoe groot zou zo’n ding zijn?
woensdag 22 september 2010
Fantasie
Heel de dag binnen geweest met dit mooie weer. Zonde, maar helaas geen tijd om te lanterfanten deze week. Wel tijdens de lunchpauze even door de Doezastraat gefietst en in het zonnetje gezeten bij de school van m’n kinderen. Ik werd er helemaal blij van.
Vanavond een afspraak in Den Haag. Op de A-4 passeerde ik een auto met pech. De motorkap stond open en twee vrouwen liepen om de auto heen. Een was aan het bellen. De ander maakte foto’s van het gebeuren. Leuk voor later. In Den Haag reed ik langs een kapperszaak met de intrigerende naam: Fantasie. Stond in grote rode letters op de etalageruit. Wie zou er naar een kapper willen gaan die Fantasie heet? En hoe ziet je kapsel eruit als je daar naar buiten stapt?
dinsdag 7 september 2010
Zonnen, manen en raketten
Toen ik vroeger op school zat, waren er klasgenoten die heel goed konden leren. Maar als je me vraagt wie dat waren, zou ik het echt niet weten. En volgens mij was ik er vroeger ook niet mee bezig. Nu kwam mijn dochter thuis met de boodschap dat ze een zon was. Dat had de meester gezegd. En haar vriendinnen waren raketten. Eén was bijna een zon en er was ook nog een maan bij. Differentiëren heet dat. Kinderen krijgen een niveau toegewezen en mogen dan werk doen dat daarbij past. Prima natuurlijk, maar is dat gedoe met zonnen en manen dan wel nodig? Kun je niet gewoon zeggen dat Pietje in het blauwe boekje werkt en John in het rode? Werken die zonnen en manen het ‘hokjesdenken’ niet in de hand?
Ik weet het dus niet, met die zonnen. Wat ik wel weet is dat er vandaag bar weinig zon te zien zal zijn. En ik vrees dat de maan vanavond ook achter een dik pak wolken verstopt blijft. Raketten zal ik ook wel niet zien. Wel veel regen.
Ik weet het dus niet, met die zonnen. Wat ik wel weet is dat er vandaag bar weinig zon te zien zal zijn. En ik vrees dat de maan vanavond ook achter een dik pak wolken verstopt blijft. Raketten zal ik ook wel niet zien. Wel veel regen.
woensdag 1 september 2010
Spijkerbroek
Ik wist niet wat ik hoorde gisteren. Mijn zoon was blij met de broek en blouse die ik voor hem gekocht had. Al tijden hebben zoon en ik hoogoplopende discussies over wat hij ’s ochtends aan moet. Hij wil geen spijkerbroek want daar zitten spijkers in en geen saaie shirts met maar één kleur of met streepjes. Het resultaat is dat hij meestal naar beneden komt met schreeuwende shirts van Spiderman of erger. En daaronder het liefst een korte broek of een broek met gaten. Even ben ik de strijd aangegaan en dwong ik hem mijn combinatie te dragen. Maar dat zorgde voor zoveel frustratie bij ons allebei dat ik ermee gestopt ben. Tegenwoordig kleedt hij zichzelf aan en wacht ik het beneden af. Doet wonderen voor z’n zelfstandigheid. En ik leer beter loslaten.
Maar gisteren geen discussies. Ik liet de spijkerbroek (zonder spijkers) zien en hij vond hem mooi. Toen ik daarna de groene broek en de streepjesblouse (zonder Spiderman) toonde, zei hij dat hij dat morgen naar school aan wilde. En dat z’n vriend die blouse ook had. Ik was even sprakeloos, maar kon daarna niet stoppen met zeggen hoe mooi het hem stond. Niet slim natuurlijk, want een moeder die enthousiast is over je kleding, is niet cool. Man begreep dit en gaf me de tip de komende weken niets te zeggen over de nieuwe kleren. En dat doe ik dus. Behalve hier dan, want hij zag er zo leuk uit toen hij vanmorgen op z’n fiets stapte ...
Maar gisteren geen discussies. Ik liet de spijkerbroek (zonder spijkers) zien en hij vond hem mooi. Toen ik daarna de groene broek en de streepjesblouse (zonder Spiderman) toonde, zei hij dat hij dat morgen naar school aan wilde. En dat z’n vriend die blouse ook had. Ik was even sprakeloos, maar kon daarna niet stoppen met zeggen hoe mooi het hem stond. Niet slim natuurlijk, want een moeder die enthousiast is over je kleding, is niet cool. Man begreep dit en gaf me de tip de komende weken niets te zeggen over de nieuwe kleren. En dat doe ik dus. Behalve hier dan, want hij zag er zo leuk uit toen hij vanmorgen op z’n fiets stapte ...
woensdag 25 augustus 2010
Online weerbericht
Hoe was dat ook alweer, op vakantie gaan zonder internet? Geen sites om campings te vergelijken, geen online weerbericht dat je voor regen kon waarschuwen? Hoe deden we dat ooit? Dit weekend zaten we op een camping in Hoenderloo. Onze buurman organiseerde een kinderfeestje maar had het vooral over de regenbuien die eraan zaten te komen. Hij had Weatherpro op z’n iPhone, dus dat moest kloppen. Wij hadden de Buienradar. Die voorspelde ook veel nattigheid. Zondagmorgen vroeg pakten we daarom onze tent alvast maar in. Heel de dag hebben we misschien één druppel gevoeld. Pas ’s avonds barstte de bui los.
Handig die online-informatie, maar heilig is het niet. En soms maken ze het leven er niet avontuurlijker op. Tuurlijk. Het is heel fijn om niet met een natte tent naar huis te moeten. Maar ja, als het gebeurt, vind je daar ook wel weer wat op. Dan zet je op een doordeweekse avond de tent op in een park. Meteen met een picknick erbij. Nu ben ik misschien wat te romantisch. Vaak is er namelijk geen tijd voor zo’n avondsessie en ooit pakten we een natte tent in die een jaar later daardoor ging lekken. Allemaal waar. Toch wil ik hier pleiten voor iets meer avontuur en iets minder zekerheden. Maakt het leven net iets spannender.
Handig die online-informatie, maar heilig is het niet. En soms maken ze het leven er niet avontuurlijker op. Tuurlijk. Het is heel fijn om niet met een natte tent naar huis te moeten. Maar ja, als het gebeurt, vind je daar ook wel weer wat op. Dan zet je op een doordeweekse avond de tent op in een park. Meteen met een picknick erbij. Nu ben ik misschien wat te romantisch. Vaak is er namelijk geen tijd voor zo’n avondsessie en ooit pakten we een natte tent in die een jaar later daardoor ging lekken. Allemaal waar. Toch wil ik hier pleiten voor iets meer avontuur en iets minder zekerheden. Maakt het leven net iets spannender.
maandag 16 augustus 2010
Zomer
Vroeger liep ik soms na een vakantie huilend door mijn huis. Ik miste de zon, het strand en het niks doen. Dit jaar geen tranen. De heimwee blijft weg. Deze eerste maandag dat mijn kinderen weer naar school gaan, heb ik een ander onbestemd gevoel dat ook altijd rond deze tijd de kop opsteekt: het einde van de zomer-gevoel. Het is half augustus, hartje zomer, maar het voelt bij mij alsof de herfst gaat beginnen. Alsof ik weer een heel jaar moet wachten op die zomerse avonden, terrasjes, vakanties en zwembaden. Klopt natuurlijk niet, want als het weer gaat meewerken (wat het nu niet doet), hebben we misschien nog twee maanden lekker weer.
Gek dus dat einde van de zomer-gevoel. Ik heb wel een verklaring. Ik denk dat ik vooral hou van de voorpret van de zomer. Ik geniet in april al van het idee dat de zomer eraan komt, en vind het heerlijk om daarna de eerste keren op een terras te zitten. Met een jas aan, maar wel in de zon. De zomer zelf gaat dan voorbij - en dan ineens wordt het weer herfst. Is dit nog te begrijpen? Ik begrijp het namelijk wel. Er is een Engelse uitspraak die het mooi verwoordt: ‘It’s better to travel than to arrive.’ Vrije vertaling: De reis er naartoe is vaak leuker dan de bestemming zelf.
Gek dus dat einde van de zomer-gevoel. Ik heb wel een verklaring. Ik denk dat ik vooral hou van de voorpret van de zomer. Ik geniet in april al van het idee dat de zomer eraan komt, en vind het heerlijk om daarna de eerste keren op een terras te zitten. Met een jas aan, maar wel in de zon. De zomer zelf gaat dan voorbij - en dan ineens wordt het weer herfst. Is dit nog te begrijpen? Ik begrijp het namelijk wel. Er is een Engelse uitspraak die het mooi verwoordt: ‘It’s better to travel than to arrive.’ Vrije vertaling: De reis er naartoe is vaak leuker dan de bestemming zelf.
maandag 5 juli 2010
Vrolijk
woensdag 30 juni 2010
Voetbal
Ik had hem nog nooit geprobeerd, de radio op m’n telefoon, maar nu moest het er toch van komen. Nederland speelde en ik zat in de trein op weg naar een cursus. Ik sloot de koptelefoon aan, klikte een paar keer op de zenderknop en hoorde toen na wat gekraak de stem van Jack, de altijd glimmende, gebruinde sportpresentator. Omdat ik geen echte voetbalfan ben, combineerde ik het luisteren naar Jack met wat leeswerk. Al snel was ik helemaal in het interview dat ik aan het lezen was. En toen viel de goal. Twee-nul! En dat is een raar gevoel: in een trein zitten met andere reizigers en dan dit nieuws horen. M’n eerste reactie was: ik ga opspringen en door het gangpad lopen. Ik ben wel geen voetbalfan, maar ik was wel blij. Ik durfde niet. Ik bleef rustig zitten, glimlachte van oor tot oor, en genoot in stilte.
Maar gelukkig, een andere passagier, die een sms ontving met het voetbalnieuws, durfde wel. Twee-nul, riep ze naar haar overbuurman. En daarna was ook de conducteur wakker geworden en riep over de intercom: twee-nul voor Nederland. De sfeer in de warme coupé veranderde meteen. Er werd druk gesmoesd, sommige passagiers gaven uitleg over de goal (er waren dus meer luisteraars) en anderen gingen druk zitten sms-en. Grappig toch, dat effect van voetbal. Zelfs in de trein.
Maar gelukkig, een andere passagier, die een sms ontving met het voetbalnieuws, durfde wel. Twee-nul, riep ze naar haar overbuurman. En daarna was ook de conducteur wakker geworden en riep over de intercom: twee-nul voor Nederland. De sfeer in de warme coupé veranderde meteen. Er werd druk gesmoesd, sommige passagiers gaven uitleg over de goal (er waren dus meer luisteraars) en anderen gingen druk zitten sms-en. Grappig toch, dat effect van voetbal. Zelfs in de trein.
maandag 21 juni 2010
Auto
Jij bent TOP! Lees ik op een auto die voorbijrijdt. Het is een lesauto. Dat is toch aardig, en vast motiverend, als zoiets op je auto staat. Had bij mij misschien ook geholpen, twintig jaar geleden. Als ik de letters op de zijkant van de auto lees, schiet ik in de lach. TOPLES staat er in grote koeienletters.
dinsdag 15 juni 2010
Animal lovers
In een Amerikaanse dierentuin springt een man in de sloot bij het apeneiland. Met wat onhandige slagen zwemt hij door het groenige water. Verderop ligt een aap. Een grote. De man slaat zijn armen om de aap, het lukt net, en trekt hem mee. Hij trekt hem omhoog want de aap zelf doet weinig. Het is geen zwemmer. Meerdere voice-overs vertellen het verhaal. Van de aap die in het water valt en de bezoeker die hem probeert te redden. Een professorachtig type legt uit dat apen niet kunnen zwemmen en dat ze als een baksteen naar beneden zakken als ze in het water vallen. Getuigen van het voorval vertellen met veel nadruk en O’s en A’s dat ze wel erg schrokken toen ze de aap en man zagen worstelen. De man zelf, de zwemmer, zegt nog niets. Wel zien we de man naar het apeneiland zwemmen. Andere apen, groot, donker en zo te zien sterk, staan op het eiland en lopen zenuwachtig heen en weer. De professor legt uit dat deze apen de reddingsactie niet zullen waarderen zoals wij dat doen. Ze zien de man namelijk als een bedreiging. ‘They’ll probably kill him if they can.’ De spanning stijgt. Zou het hem lukken de aap op het land af te leveren en dan zelf terug te zwemmen? Pfff. Het lukt. We zien in een paar vertraagde herhalingen hoe de man de aap op het land werpt en zichzelf naar achteren gooit. Weer terug in het water. Dan begint de man zelf te vertellen. Hij leeft dus nog.
Wat een spanning. Je maakt wat mee in de sportschool. Daar heb ik deze reddingsactie namelijk gezien. Op Animal Planet. En het is niet de enige die ik gezien heb. Bij een andere aflevering was er een vrouw die van haar paard viel, net toen het paard over een soort kast wilde springen. Of wat dacht je van die cowboy die ook van z’n paard afkukelde en toen meters lang achter zijn paard werd meegetrokken, door het stoffige zand. Zijn voet zat vast in de stijgbeugel. Wat ook populair is op Animal Planet zijn olifanten die in een gat vallen en er niet meer uit kunnen. Waarschijnlijk gebeurt dit vaak want ik heb al een paar afleveringen gezien met olifanten die wanhopig om zich heen toeteren en uit een kuil proberen te klimmen. Het houdt de aandacht vast, dit soort tv, dat is zeker. Ik merk het aan mezelf. Maar zou dat de enige reden zijn dat Animal Planet deze programma’s laat zien? Kijkers vasthouden. Ik begrijp namelijk niet waarom dierenliefhebbers, want dat zijn de makers van Animal Planet toch, alleen dieren laten zien die ons op de grond gooien of bijna vertrappelen. Of die zelf in nood zijn. Waarom geen natuurfilms die de schoonheid van dieren laten zien? Zoals van de bower bird. Een vogel in Australië die uren bezig is met het verfraaien van z’n nest. Een steentje hier, een takje daar en nog wat besjes in een hoek. Dat is toch meer iets voor ‘animal lovers’? Wil je het zien? Bekijk dan de documentaire van Richard Attenborough op Youtube.
Wat een spanning. Je maakt wat mee in de sportschool. Daar heb ik deze reddingsactie namelijk gezien. Op Animal Planet. En het is niet de enige die ik gezien heb. Bij een andere aflevering was er een vrouw die van haar paard viel, net toen het paard over een soort kast wilde springen. Of wat dacht je van die cowboy die ook van z’n paard afkukelde en toen meters lang achter zijn paard werd meegetrokken, door het stoffige zand. Zijn voet zat vast in de stijgbeugel. Wat ook populair is op Animal Planet zijn olifanten die in een gat vallen en er niet meer uit kunnen. Waarschijnlijk gebeurt dit vaak want ik heb al een paar afleveringen gezien met olifanten die wanhopig om zich heen toeteren en uit een kuil proberen te klimmen. Het houdt de aandacht vast, dit soort tv, dat is zeker. Ik merk het aan mezelf. Maar zou dat de enige reden zijn dat Animal Planet deze programma’s laat zien? Kijkers vasthouden. Ik begrijp namelijk niet waarom dierenliefhebbers, want dat zijn de makers van Animal Planet toch, alleen dieren laten zien die ons op de grond gooien of bijna vertrappelen. Of die zelf in nood zijn. Waarom geen natuurfilms die de schoonheid van dieren laten zien? Zoals van de bower bird. Een vogel in Australië die uren bezig is met het verfraaien van z’n nest. Een steentje hier, een takje daar en nog wat besjes in een hoek. Dat is toch meer iets voor ‘animal lovers’? Wil je het zien? Bekijk dan de documentaire van Richard Attenborough op Youtube.
maandag 7 juni 2010
Oud
‘Je hebt grijze haren.’ Dat zei mijn dochter dit weekend. En de opmerking werd meteen beaamd door haar vriendin. Waar dan?, vroeg ik verbaasd. Die vraag had ik niet moeten stellen want het antwoord maakte het gesprek er niet leuker op. Ze vonden namelijk dat ik overal grijze haren had. Onbegrijpelijk, maar ze zeiden het zonder te lachen. Zou het dan echt waar zijn? Ik zie die grijze haren niet. Ja, misschien een paar, maar de rest is gewoon blond. Niet van mezelf en een beetje uitgegroeid. Maar ik ben niet grijs. Toch kan ik er niet meer omheen. Ik word ouder. Ik ben 41, van middelbare leeftijd, maar zie mezelf nog steeds als een jonge vrouw. Volgens mij hou je dat. Dat je jezelf jonger voelt dan dat je bent. Zo was m’n moeder helemaal verbaasd toen ik haar laatst als bejaard omschreef. Terwijl ze toch 76 is. Mijn oma had dat ook. Die had het over ‘die oude mensen in het bejaardentehuis’. Ze was toen zelf 90.
Bejaarden kwam ik niet tegen op het feest waar ik zaterdag was, maar veel scheelde het niet. Ik was namelijk op een dansfeest voor oudere jongeren. Oud waren ze zeker, maar jongeren? Ik zag vooral vrouwen lopen die mijn moeder hadden kunnen zijn. Keurige kapsels, gezellige witte broeken, fijne hakjes. De mannen waren nonchalanter gekleed. Spijkerbroek en t-shirt vooral. Maar hun houding was alles behalve nonchalant. Ik zou het eerder omschrijven als wanhopig en een beetje zweterig. Het feest was niet mijn feest, dat zag ik al na een minuut. Al die oudere jongeren bij elkaar. Niks voor mij. Geef mij maar een leuke mix. En ook die ook die jaren 80 muziek begint me de keel uit te hangen. Waar dat allemaal door komt? Ik ben er nog niet uit. Ben ik nou gewoon net als die rondhuppelende 40-ers en 50-ers op het feest, maar zie ik dat zelf niet? Of zie ik er echt een stuk jonger uit? Heb ik nu geen grijze haren of zitten ze er wel?
Bejaarden kwam ik niet tegen op het feest waar ik zaterdag was, maar veel scheelde het niet. Ik was namelijk op een dansfeest voor oudere jongeren. Oud waren ze zeker, maar jongeren? Ik zag vooral vrouwen lopen die mijn moeder hadden kunnen zijn. Keurige kapsels, gezellige witte broeken, fijne hakjes. De mannen waren nonchalanter gekleed. Spijkerbroek en t-shirt vooral. Maar hun houding was alles behalve nonchalant. Ik zou het eerder omschrijven als wanhopig en een beetje zweterig. Het feest was niet mijn feest, dat zag ik al na een minuut. Al die oudere jongeren bij elkaar. Niks voor mij. Geef mij maar een leuke mix. En ook die ook die jaren 80 muziek begint me de keel uit te hangen. Waar dat allemaal door komt? Ik ben er nog niet uit. Ben ik nou gewoon net als die rondhuppelende 40-ers en 50-ers op het feest, maar zie ik dat zelf niet? Of zie ik er echt een stuk jonger uit? Heb ik nu geen grijze haren of zitten ze er wel?
maandag 31 mei 2010
Mensen
We zijn steeds meer op onszelf gericht, individualistischer. Die klacht hoor je al jaren. Ik denk dat daar wel wat van waar is, maar ik heb dit weekend ook iets heel anders gezien. Bijvoorbeeld bij een reünie van een basisschool - voorheen mijn lagere school. De school bestond honderd jaar en alle leerlingen waren uitgenodigd. Dus Tiny van tachtig, maar ook Vanessa van twintig. Ik voelde me aanvankelijk wat verloren toen ik tussen alle bejaarden mijn klas zocht (ik was te vroeg). Maar een half uur, en een paar gesprekken met ouders van oud-klasgenoten later, vond ik toch mijn jaar. Edith en Edith, ooit mijn beste vriendinnen, Astrid, de handbalster en nu getrouwd met een broer van klasgenoot Yvonne en Paul, nu tuinder, maar ooit een week mijn vriendje (tot iemand anders het voor hem uitmaakte). We hadden elkaar zo’n dertig jaar niet gezien en toch herkenden we elkaar allemaal. Grijs haar, krullen, geen haar, dikker, soms dunner. Iedereen was veranderd, maar iedereen was ook helemaal niet veranderd. En wat vooral opviel, was dat iedereen het leuk vond om elkaar weer te zien.
Dezelfde dag was ik op een ander feest, een feest in mijn eigen straat. Ook daar een heleboel mensen die zich erg goed vermaakten. Zoals onze oudste bewoner, van 91 jaar, die ook dit jaar weer graag wilde komen, maar wel met de kanttekening dat ze niet zeker wist of ze er dan nog wel zou zijn. En al die kinderen die door de regen renden en fietsten en uiteindelijk met z’n allen voor de tv neerploften. Er werd gegeten, gedronken en heel veel gepraat. Je ziet elkaar als buren vaak, maar echt praten met elkaar komt er in de dagelijkse routine niet van. Zo weet ik nu dat er weer nieuwe kinderen bijkomen, een tweeling zelfs, en dat er in onze straat veel echtgenotes ouder zijn dan hun echtgenoot. Meer dan gemiddeld, volgens mij. Het klapstuk voor mij was het dansen in de straat. Dat had ik nog nooit gedaan. Zo tegen het einde van de avond stonden we allemaal op de housemuziek van buurman Raoul te swingen. Oud en jong. Kijk, en daarom vind ik dus dat het wel meevalt met die sombere verhalen over mensen die elkaar niet zien staan. Dit weekend hadden de mensen op mijn feestjes daar alvast geen last van. Op die ene klager na dan, die om elf uur kwam vragen tot hoe laat onze vergunning liep.
Dezelfde dag was ik op een ander feest, een feest in mijn eigen straat. Ook daar een heleboel mensen die zich erg goed vermaakten. Zoals onze oudste bewoner, van 91 jaar, die ook dit jaar weer graag wilde komen, maar wel met de kanttekening dat ze niet zeker wist of ze er dan nog wel zou zijn. En al die kinderen die door de regen renden en fietsten en uiteindelijk met z’n allen voor de tv neerploften. Er werd gegeten, gedronken en heel veel gepraat. Je ziet elkaar als buren vaak, maar echt praten met elkaar komt er in de dagelijkse routine niet van. Zo weet ik nu dat er weer nieuwe kinderen bijkomen, een tweeling zelfs, en dat er in onze straat veel echtgenotes ouder zijn dan hun echtgenoot. Meer dan gemiddeld, volgens mij. Het klapstuk voor mij was het dansen in de straat. Dat had ik nog nooit gedaan. Zo tegen het einde van de avond stonden we allemaal op de housemuziek van buurman Raoul te swingen. Oud en jong. Kijk, en daarom vind ik dus dat het wel meevalt met die sombere verhalen over mensen die elkaar niet zien staan. Dit weekend hadden de mensen op mijn feestjes daar alvast geen last van. Op die ene klager na dan, die om elf uur kwam vragen tot hoe laat onze vergunning liep.
dinsdag 25 mei 2010
Teek
Elk jaar zijn er ruim een miljoen Nederlanders die een tekenbeet oplopen. Dit weekend ben ik er twee tegengekomen. Twee mensen, dus, die een tekenbeet hadden. Eigenlijk waren het kinderen, maar dat doet er niet toe. Wat er wel toe doet, is dat het hartstikke eng is, zo’n teek. Een moeder die de teek had verwijderd, vertelde me dat ze een bobbel zag met bewegende pootjes op het hoofd van haar zoon. Bewegende pootjes! Daar moet je toch niet aan denken. En hem er dan uittrekken zonder dat iets achterblijft. Ik heb altijd geleerd dat dat uittrekken met een draaiende beweging moet gebeuren omdat het anders alleen maar erger wordt. Gelukkig las ik nu net op internet dat dat niet meer hoeft.
In maart was er in Nederland een speciale tekenweek. Goed getimed, want je moet op tijd voorlichten. Anders gaan al die mensen de natuur in zonder rekening te houden met de teek. Ik had tot vandaag nooit gehoord van de week van de teek, maar heb toch goed opgelet dit weekend. Heb nog geen teek kunnen ontdekken. Ook niet bij mijn kinderen. Maar je weet nooit of er in een klein hoekje of gaatje nog een zit. Ze houden namelijk van zachte warme plekjes. Goed in de gaten houden dus.
In maart was er in Nederland een speciale tekenweek. Goed getimed, want je moet op tijd voorlichten. Anders gaan al die mensen de natuur in zonder rekening te houden met de teek. Ik had tot vandaag nooit gehoord van de week van de teek, maar heb toch goed opgelet dit weekend. Heb nog geen teek kunnen ontdekken. Ook niet bij mijn kinderen. Maar je weet nooit of er in een klein hoekje of gaatje nog een zit. Ze houden namelijk van zachte warme plekjes. Goed in de gaten houden dus.
dinsdag 18 mei 2010
Thuis
Een warme douche, een zacht bed, een keuken, een keukenkast met eten, een televisie, een computer, een trap naar boven, een eerste verdieping, een tweede verdieping, deuren, een boekenkast, de krant, een koffiezetapparaat. Het lijkt zo gewoon, maar wat geniet ik ervan. Ik overdrijf, ik weet het, maar na een week op een koude camping is een cappuccino uit je eigen koffiezetapparaat met een janhagel erbij echt lekkerder. En die avond op de bank voor de tv voelt ook anders. Tip voor mensen die altijd op zoek zijn naar beter en meer: ga eens kamperen zonder kachel in april of mei. Wedden dat je daarna niet meer klaagt.
We hebben al twee campings geboekt voor de zomer: een in Zwitserland en een in Italië. Want kamperen blijft leuk, ondanks de ontberingen. Ben wel benieuwd wat het gaat worden. Hoop dat de Italiaanse camping op de grens van Oostenrijk Italiaans aanvoelt en dat de pasta lekker is. En dat die Zwitserse camping mooie vergezichten heeft. We zullen het zien. En dit was overigens de laatste blog over campings en kou. Dat hoofdstuk is nu afgesloten.
We hebben al twee campings geboekt voor de zomer: een in Zwitserland en een in Italië. Want kamperen blijft leuk, ondanks de ontberingen. Ben wel benieuwd wat het gaat worden. Hoop dat de Italiaanse camping op de grens van Oostenrijk Italiaans aanvoelt en dat de pasta lekker is. En dat die Zwitserse camping mooie vergezichten heeft. We zullen het zien. En dit was overigens de laatste blog over campings en kou. Dat hoofdstuk is nu afgesloten.
dinsdag 11 mei 2010
Mirtos
Mirtos. Weleens van gehoord? Is een klein dorpje aan de zuidkust van Kreta. Voordat we kinderen hadden, gingen we daar elke meivakantie naartoe. Warm, lekker eten, azuurblauwe zee, mooie natuur, witte huisjes. Vrij ideaal. Volgend jaar wil ik daar weer naartoe, heb ik bedacht in mijn koude tent in Ommen. Ik ben even thuis om een cursus te volgen en geniet van de warmte en het zachte bed hier in Leiden. Om 14.27 uur vertrekt mijn trein weer terug naar Ommen.
De camping in Ommen is leuk. Grote grasvelden, rustig, leuke vrienden bij ons. Alleen het weer wil niet echt meewerken. ’s Ochtends sta je koud op, douchen is even fijn, maar daarna niet meer en ’s avonds is het ijskoud. En wat gebeurde er met me in die kou? Ik ging verlangen naar Griekse warmte. Heel logisch eigenlijk. Maar nu is het weer tijd om op ter stappen. Om naar mijn gezin te gaan. Heb ik zin in hoor. Maar ik ga in de trein ook alvast fantaseren over volgend jaar. In Mirtos.
vrijdag 7 mei 2010
Ommen
Het gaat er dan echt van komen: we gaan kamperen. Morgen eerst nog even de zwemles (want we hadden al te veel lessen gemist) en dan weg. Althans, het inpakken zal nog wel een paar uur duren, maar daarna starten we de auto. Het zal dan rond vier uur in de middag zijn, verwacht ik. We zijn namelijk nooit zo snel. Ik weet niet precies of het nu aan mij ligt of aan mijn echtgenoot, maar het duurt altijd langer dan we gepland hadden. We nemen ook altijd meer mee dan we gepland hadden. De tijden van een rugzak zijn voorgoed voorbij. Het is nu een auto volgestouwd met tentspullen, kampeerkistjes, skeelers, stoelen, parasols, boeken en dit keer vooral met heel veel waterdichte spullen.
Want regen gaan we krijgen, dat is zeker. En kou ook. Kampeervriendin Monique belde net nog op. Vroeg of we nog wel gingen. Of we nog zin hadden. Mijn man zei ja. Het valt altijd mee als je er bent, zei hij ook nog. Daar houden we ons dus maar aan vast. Volgende week, na een weekje Ommen, meer over onze vakantie.
Want regen gaan we krijgen, dat is zeker. En kou ook. Kampeervriendin Monique belde net nog op. Vroeg of we nog wel gingen. Of we nog zin hadden. Mijn man zei ja. Het valt altijd mee als je er bent, zei hij ook nog. Daar houden we ons dus maar aan vast. Volgende week, na een weekje Ommen, meer over onze vakantie.
woensdag 5 mei 2010
Doek!
Drie maanden try-out. Dat gebeurt tegenwoordig voordat een toneelstuk zijn première heeft. Wist ik niet. Lijkt me lastig om met zo’n lange aanloop de spanning en de energie erin te houden. Eigenlijk hebben ze zo wekenlang een repetitie met publiek. Gisteren waren we bij de eerste try-out van ‘Doek!’, van toneelschrijver Maria Goos en gespeeld door Peter Blok en Loes Luca. Het was met recht een soort repetitie. De acteurs waren de tekst nog weleens kwijt. Marijke die op de eerste rij zat, mocht dan souffleren. ‘Marijke’ zei een van de spelers dan, en dan kwam ze meteen met een zin of woord. Een keer waren ze zoveel tekst vergeten dat Marijke het ook niet meer wist.
Wie nu denkt dat ik hier een toneelstuk zit af te kraken, heeft het helemaal mis. Ik vond het een prachtig stuk. Het moest op gang komen, dat wel, maar daarna stond het als een huis. Loes Luca was geweldig als oudere actrice die was teruggehaald uit haar Franse jetset wereldje. En ook Peter Blok overtuigde als verlopen acteur waar niemand meer mee wilde spelen. Wat de avond extra bijzonder maakte, is dat man en ik door schrijver Maria Goos, door de uitvoerende producent Marijke (want ze bleek dus niet alleen souffleur te zijn) én door de producent gevraagd werden naar onze mening. ‘Was alles duidelijk?’ ‘Hoe vond je het dat Peter later nog als gynaecoloog opkwam?’ Wij gaven keurig antwoord. Vonden niet alles even duidelijk, maar vonden het bovenal een mooi stuk. En dat is vast nog steeds zo over drie maanden met de première.
Wie nu denkt dat ik hier een toneelstuk zit af te kraken, heeft het helemaal mis. Ik vond het een prachtig stuk. Het moest op gang komen, dat wel, maar daarna stond het als een huis. Loes Luca was geweldig als oudere actrice die was teruggehaald uit haar Franse jetset wereldje. En ook Peter Blok overtuigde als verlopen acteur waar niemand meer mee wilde spelen. Wat de avond extra bijzonder maakte, is dat man en ik door schrijver Maria Goos, door de uitvoerende producent Marijke (want ze bleek dus niet alleen souffleur te zijn) én door de producent gevraagd werden naar onze mening. ‘Was alles duidelijk?’ ‘Hoe vond je het dat Peter later nog als gynaecoloog opkwam?’ Wij gaven keurig antwoord. Vonden niet alles even duidelijk, maar vonden het bovenal een mooi stuk. En dat is vast nog steeds zo over drie maanden met de première.
dinsdag 4 mei 2010
Nat
Ik heb het koud. Koude handen, koude werkkamer, alles is koud. Het is negen graden. In mei! In New York is het nu zesentwintig graden en zelfs in Moskou - waar het altijd koud is, toch - staat de thermometer op tweeëntwintig. Dat wil ik ook. Ja, het was bij ons donderdag nog heerlijk warm. Dat weet ik ook wel. Maar die overgang vind ik altijd zo moeilijk. En vooral omdat ik weet dat ik volgende week in een tent zit. En niet een tent in Moskou of New York. Nee, in Ommen.
Regen en kou is geen weer om naar de speeltuin te gaan. Maar een dag binnen zitten is ook geen optie, vooral niet voor een vierjarig jongetje. Daarom zijn we gisteren naar de film geweest. Kijk, en dat is dan weer iets positiefs dat dit natte weer ons brengt. Als ik vroeger aan kinderen dacht, leek het me zo leuk om ooit met je eigen kind naar de film te gaan. En nu doe ik dat gewoon. En het is nog leuk ook. De eerste keer naar de film was geen succes. Ik ging toen met mijn dochter en twee vriendjes. Ze vonden de film alle drie eng en vroegen me daarom om de paar minuten of we al naar huis gingen. Maar Iep was niet eng. We hebben dus de hele film uitgezeten en ervan genoten. De kou en regen daarna was ineens minder erg.
Regen en kou is geen weer om naar de speeltuin te gaan. Maar een dag binnen zitten is ook geen optie, vooral niet voor een vierjarig jongetje. Daarom zijn we gisteren naar de film geweest. Kijk, en dat is dan weer iets positiefs dat dit natte weer ons brengt. Als ik vroeger aan kinderen dacht, leek het me zo leuk om ooit met je eigen kind naar de film te gaan. En nu doe ik dat gewoon. En het is nog leuk ook. De eerste keer naar de film was geen succes. Ik ging toen met mijn dochter en twee vriendjes. Ze vonden de film alle drie eng en vroegen me daarom om de paar minuten of we al naar huis gingen. Maar Iep was niet eng. We hebben dus de hele film uitgezeten en ervan genoten. De kou en regen daarna was ineens minder erg.
dinsdag 27 april 2010
Controle
‘Schoenen aan.’
‘Nee, dat doe ik zelf.’
‘Oké, maar doe ze dan nu aan.’
‘Jaaa.’
‘Ik ga naar buiten en als ik terugkom, dan zijn ze aan, oké?’
‘Mmm.’ [Hij kijkt alweer naar buiten of is aan het springen op de bank]
Controle. Daar is waar het om gaat, hebben we hier in huis bedacht. Kinderen doen namelijk niet zomaar iets. Dat denken we soms wel, maar achter elk gedrag zit een behoefte. Dat heb ik geleerd. En sinds ik dat geleerd heb, proberen man en ik die behoefte overal te zoeken. En bij zoonlief is die behoefte meestal: zelf alles willen bepalen. En als dat niet lukt, tegendraads gaan doen. Nu is zo’n theorie heel mooi, en volgens mij klopt hij ook wel, maar dan komt stap twee. Hoe kom je als ouder tegemoet aan de behoefte? Vanmorgen deed ik dat door te zeggen dat hij de schoenen zelf mocht aantrekken. Stom natuurlijk, want ik weet dat hij dat niet kan. Zelfs niet met die elastische veters, die er nu in zitten. Maar ja, ik moet hem toch een stukje controle geven. En dan de hamvraag, hoe zijn die schoenen uiteindelijk aangekomen? Ik weet het niet meer. En dat is vaak waar al die theorieën mislopen. Een tijdje werkt het, maar als het echt laat gaat worden, dan doe je het toch weer op je eigen manier, zonder al te veel na te denken.
‘Nee, dat doe ik zelf.’
‘Oké, maar doe ze dan nu aan.’
‘Jaaa.’
‘Ik ga naar buiten en als ik terugkom, dan zijn ze aan, oké?’
‘Mmm.’ [Hij kijkt alweer naar buiten of is aan het springen op de bank]
Controle. Daar is waar het om gaat, hebben we hier in huis bedacht. Kinderen doen namelijk niet zomaar iets. Dat denken we soms wel, maar achter elk gedrag zit een behoefte. Dat heb ik geleerd. En sinds ik dat geleerd heb, proberen man en ik die behoefte overal te zoeken. En bij zoonlief is die behoefte meestal: zelf alles willen bepalen. En als dat niet lukt, tegendraads gaan doen. Nu is zo’n theorie heel mooi, en volgens mij klopt hij ook wel, maar dan komt stap twee. Hoe kom je als ouder tegemoet aan de behoefte? Vanmorgen deed ik dat door te zeggen dat hij de schoenen zelf mocht aantrekken. Stom natuurlijk, want ik weet dat hij dat niet kan. Zelfs niet met die elastische veters, die er nu in zitten. Maar ja, ik moet hem toch een stukje controle geven. En dan de hamvraag, hoe zijn die schoenen uiteindelijk aangekomen? Ik weet het niet meer. En dat is vaak waar al die theorieën mislopen. Een tijdje werkt het, maar als het echt laat gaat worden, dan doe je het toch weer op je eigen manier, zonder al te veel na te denken.
dinsdag 20 april 2010
Changé
Dansen. Ziet er vast raar uit als je er vanaf een afstandje naar kijkt, maar als je het doet, is het zo leuk. Er moet wel genoeg ruimte zijn en goede muziek, maar dat is het wel. Ik had vrijdag weer eens een dansfeest. Met 40- en 50-jarigen die los gingen en die het erg naar hun zin hadden. De pubers die er waren, waren zichtbaar minder enthousiast. Ik zag er die avond een paar hangen tegen de muur. Ze bekeken het gebeuren met een vies gezicht. Kan ik me ook wel voorstellen. Dat had ik vroeger ook op de feestjes van m’n ouders. Zeker als mijn eigen ouders op de dansvloer verschenen. Ze gingen niet los dansen natuurlijk, maar dansten dan keurig de wals of de cha-cha-cha. Meestal verdween ik dan naar de wc, want er was altijd de kans op ‘changé’. En je moest er niet aan denken dat je vader dan op je af zou komen om met je te gaan dansen.
Maar nu vind ik het dus leuk, al heb ik nog steeds niets met stijldansen. Ik kende vrijdag om precies te zijn drie mensen op het feest. De jarige, haar man en mijn eigen man. En die eigen man kende wel de halve zaal. Bij binnenkomst ging ik dus maar wat drinken en knoopte ik een gesprek aan met iemand die ook alleen stond. Lekker veilig. Toen we leeftijd, kinderen en banen besproken hadden, was het tijd om verder te gaan. Ik voelde de eerste ongemakkelijke stilte namelijk al aankomen. Kijk, en dan ga je dansen. Want daar heb je in principe niemand voor nodig. En ik danste tot het einde. Tot mijn man me kwam wegtrekken om met de fiets naar ons hotel te gaan. Een hotel, overigens, waar je heerlijk kunt eten (www.hoteldewereld.nl - recensie Volkskrantmagazine 17-04-2010) maar daar gaat het nu niet over.
Maar nu vind ik het dus leuk, al heb ik nog steeds niets met stijldansen. Ik kende vrijdag om precies te zijn drie mensen op het feest. De jarige, haar man en mijn eigen man. En die eigen man kende wel de halve zaal. Bij binnenkomst ging ik dus maar wat drinken en knoopte ik een gesprek aan met iemand die ook alleen stond. Lekker veilig. Toen we leeftijd, kinderen en banen besproken hadden, was het tijd om verder te gaan. Ik voelde de eerste ongemakkelijke stilte namelijk al aankomen. Kijk, en dan ga je dansen. Want daar heb je in principe niemand voor nodig. En ik danste tot het einde. Tot mijn man me kwam wegtrekken om met de fiets naar ons hotel te gaan. Een hotel, overigens, waar je heerlijk kunt eten (www.hoteldewereld.nl - recensie Volkskrantmagazine 17-04-2010) maar daar gaat het nu niet over.
woensdag 14 april 2010
Laptop
Avond. Kinderen op bed, buiten begint het te schemeren. Ik zit op de bank met een kopje koffie. Lekker moment. Niets moet. Maar dan zijn er ineens die tv en die laptop. Waarmee de hele wereld binnenkomt. E-mails met vragen, nieuws, werk dat je nog kunt doen, een vreselijke soap, een agenda die je kunt bijwerken. Ik doe het mezelf aan want ik had hem ook gewoon dicht kunnen laten. De tv uit kunnen laten. Maar de aantrekkingskracht van al die media is te groot.
Een paar vakanties geleden zat ik elke avond met man voor de tent. Afwas weggewerkt, koffie, een boek op schoot en kijken naar de zonsondergang. Toen ik na die vakantie weer thuis was en het laptop/tv-moment had, deed ik resoluut m’n laptop dicht. Ik zou me niet meer gek laten maken. Wel op de bank, maar geen tv en geen laptop. Ik heb het een week volgehouden. Soms heb ik wel een avondje zonder laptop. Zoals gisteren toen ik ging sporten. Op weg naar huis keek ik binnen bij de huizen om te zien hoe de laptopsituatie daar was. Ik zag geen laptops tot mijn verbazing. Wel veel schreeuwende tv’s en een postzegelverzameling.
Een paar vakanties geleden zat ik elke avond met man voor de tent. Afwas weggewerkt, koffie, een boek op schoot en kijken naar de zonsondergang. Toen ik na die vakantie weer thuis was en het laptop/tv-moment had, deed ik resoluut m’n laptop dicht. Ik zou me niet meer gek laten maken. Wel op de bank, maar geen tv en geen laptop. Ik heb het een week volgehouden. Soms heb ik wel een avondje zonder laptop. Zoals gisteren toen ik ging sporten. Op weg naar huis keek ik binnen bij de huizen om te zien hoe de laptopsituatie daar was. Ik zag geen laptops tot mijn verbazing. Wel veel schreeuwende tv’s en een postzegelverzameling.
vrijdag 9 april 2010
Een hartverscheurende nachtjapon
‘Oma droeg een hartverscheurende nachtjapon.’ Er is maar één iemand die zo’n mooie zin kan maken. Die met twee woorden meteen een beeld neerzet. Van een oude vrouw, in een bloemetjespon in een verpleegtehuis. Mijn held: Martin Bril. Ik las overigens gisteren dat de Amerikaanse schrijver Raymond Carver zijn held was. Laat dat nu ook de mijne zijn. Ik ben het laatste boek van Martin Bril aan het lezen, dat postuum uitgegeven is: Jongensjaren. Zou er ooit iemand in de Volkskrant gaan schrijven die z’n columns enigszins evenaart? Ik denk het niet, al lees ik Bert Wagendorp nu trouw. Een hele andere schrijver, maar ook goed. De dame die achterop staat en waar iedereen zo enthousiast over is, Aaf, heeft me nog niet gegrepen. Maar dat kan nog komen. Hanna Bervoets (in het magazine) wel, al vond ik haar eerste columns ook maar niks.
Beste column van Hanna is die van de supermarkt. Dat je daar soms iemand tegenkomt waar je helemaal geen zin in hebt. En dat je die persoon vervolgens ook nog ’s bij het brood, de melk en de kassa tegenkomt. Haar oplossing was: verzin een soort code waar iedereen zich aan houdt in de supermarkt. En maak daarbij een boekje met handige zinnen die je bij dit soort ontmoetingen kunt gebruiken. Briljant. Als zo’n boekje wordt uitgegeven ga ik hem kopen.
dinsdag 6 april 2010
Niet weggaan?!
Je hebt van die dorpen die beetje bij beetje alle winkels en andere faciliteiten verliezen. Eerst gaat de slager weg, dan de bakker en dan ook nog eens het postkantoor. Iedereen vertrekt. Dat voelt rot hoor, als je zo in de steek gelaten wordt. Ik heb ook in zo’n dorp gewoond, alleen toen waren de meeste winkels er nog. Nu woon ik in een stad met alles op loopafstand. En ja hoor, nu gaat het mij ook gebeuren. De slager is al uit onze straat verdwenen, de kaasboer, de C1000 (wel een Spar voor teruggekregen, maar ja, geen C1000) en nu gaat ook ons postagentschap er vandoor, inclusief de pinautomaat. Waar moet dat heen?
Nu moet ik er wel bij vertellen dat er een straat verderop nog een slager is en dat er een postagentschap op vijf minuten fietsen is. Maar het gaat om het principe. Om al die winkeliers en postbanken die weggaan. Dat mag toch niet zomaar. Nog even en alle winkels verdwijnen uit onze winkelstraat. En wat komt daarvoor terug? Nog een kapper? De tiende. Ik maak me zorgen, je merkt het. Maar ik weet nog niet wat ik eraan ga doen. Wellicht later een vervolg.
Nu moet ik er wel bij vertellen dat er een straat verderop nog een slager is en dat er een postagentschap op vijf minuten fietsen is. Maar het gaat om het principe. Om al die winkeliers en postbanken die weggaan. Dat mag toch niet zomaar. Nog even en alle winkels verdwijnen uit onze winkelstraat. En wat komt daarvoor terug? Nog een kapper? De tiende. Ik maak me zorgen, je merkt het. Maar ik weet nog niet wat ik eraan ga doen. Wellicht later een vervolg.
woensdag 31 maart 2010
Luizen (2)
Ik heb ze wel gehad. Luizen. Althans, dat herinnerde mijn moeder zich ineens. Het waren er maar een paar, zei ze. We woonden in een klein dorp en mijn oom was drogist. Ze kocht het middeltje tegen luizen daarom in het dorp verderop. Dat heb je toch minder in een stad, dat door een bezoek aan de drogist ineens iedereen weet dat je luizen hebt. En wat zou het ook eigenlijk. Het laat alleen maar zien dat we hier te maken hebben met een schoon gezin. Want die luizen komen immers alleen op schone hoofden, toch? We leven ook in een andere tijd gelukkig. Wat overigens een goed ding is, is dat mijn blog het geheugen van mijn moeder weer opfrist.
Als jongste en nakomer is het helaas zo dat bij vragen over vroeger het antwoord meestal is: ‘Dat weet ik niet meer’. Dus toen ik zelf moeder werd en wilde weten of ik ooit een huilbaby was of wanneer ik ging lopen, kreeg ik daar nooit een duidelijk antwoord op. Foto’s werden er ook niet veel gemaakt van me. Ik vrees trouwens dat de geschiedenis zich aan het herhalen is. Het babyboek van mijn tweede kind is een stuk dunner dan die van mijn eerste, om maar niet te spreken over de dagboekjes die ik voor mijn kinderen maak. Die was van mijn dochter na een jaar al vol. Van mijn zoon (nu vier) is hij nog steeds niet vol. Het is dus niet raar dat de aandacht wat verslapt na je eerste kind. Maar zo’n blog helpt dus. Zal ik later ook aan mijn kinderen vertellen. Alhoewel, dan zijn ze vast aan het twitteren, of iets anders vaags.
Als jongste en nakomer is het helaas zo dat bij vragen over vroeger het antwoord meestal is: ‘Dat weet ik niet meer’. Dus toen ik zelf moeder werd en wilde weten of ik ooit een huilbaby was of wanneer ik ging lopen, kreeg ik daar nooit een duidelijk antwoord op. Foto’s werden er ook niet veel gemaakt van me. Ik vrees trouwens dat de geschiedenis zich aan het herhalen is. Het babyboek van mijn tweede kind is een stuk dunner dan die van mijn eerste, om maar niet te spreken over de dagboekjes die ik voor mijn kinderen maak. Die was van mijn dochter na een jaar al vol. Van mijn zoon (nu vier) is hij nog steeds niet vol. Het is dus niet raar dat de aandacht wat verslapt na je eerste kind. Maar zo’n blog helpt dus. Zal ik later ook aan mijn kinderen vertellen. Alhoewel, dan zijn ze vast aan het twitteren, of iets anders vaags.
maandag 29 maart 2010
Luizen
‘Uw kind heeft geen luizen, maar er zijn wel luizen geconstateerd in de groep van uw kind.’ Dat stond op een gekopieerd formuliertje dat ik van school kreeg. Da’s even schrikken, want luizen betekent je huis heel goed schoonmaken en haren tien keer wassen of millimeteren. En dan heb ik het nog niet eens over de dekbedden, kussenslopen, kleren, jassen en stoelen in de auto die je moet wassen. Ik word er nu al moe van. Maar mijn zoon heeft ze dus niet. Dat is goed nieuws. Wie wel? Toch niet dat jongetje waar zoonlief vorige week nog ging spelen?
Het blijft een raar fenomeen: luizen. In een gesprek met andere moeders kwam ik erachter dat je kind na z’n twaalfde er geen last meer van heeft. Iets hormonaals zou het zijn. Een andere moeder vertelde weer dat de oppasoma onder de luizen zat. En dat lijkt de eerdere theorie te ondersteunen. Na je overgang krijgen de luizen dus weer vat op je, maar in je pubertijd en daarna ben je niet interessant voor ze. Luizen houden overigens van schone hoofden, wist je dat al? Zo min mogelijk wassen is daarom het advies. Als ik aan mijn eigen jeugd denk, kan ik me niet herinneren dat ik ze heb gehad. Wat ik nog wel weet, is dat een vriendinnetje ze ooit had. Ze vertelde het nieuws toen ze me de ochtend na het heilige communiefeest kwam ophalen voor school. Op mijn moeders vraag wat ze voor haar communie had gekregen, vertelde ze toen heel trots: ‘luizen’.
Het blijft een raar fenomeen: luizen. In een gesprek met andere moeders kwam ik erachter dat je kind na z’n twaalfde er geen last meer van heeft. Iets hormonaals zou het zijn. Een andere moeder vertelde weer dat de oppasoma onder de luizen zat. En dat lijkt de eerdere theorie te ondersteunen. Na je overgang krijgen de luizen dus weer vat op je, maar in je pubertijd en daarna ben je niet interessant voor ze. Luizen houden overigens van schone hoofden, wist je dat al? Zo min mogelijk wassen is daarom het advies. Als ik aan mijn eigen jeugd denk, kan ik me niet herinneren dat ik ze heb gehad. Wat ik nog wel weet, is dat een vriendinnetje ze ooit had. Ze vertelde het nieuws toen ze me de ochtend na het heilige communiefeest kwam ophalen voor school. Op mijn moeders vraag wat ze voor haar communie had gekregen, vertelde ze toen heel trots: ‘luizen’.
donderdag 18 maart 2010
Vivaz!
Nu begrijp ik waarom ze het smartphones noemen. Je moet smart zijn om die dingen te kunnen bedienen! Ik heb er ook één. Sinds gisteren. Tot laat in de avond zat ik gisteren te zoeken en te klikken. Ik voel me nog een beetje wazig. Maar hij is mooi. Hij heet Vivaz en hij komt uit de Sony Ericson-familie. Ik verwacht dat ik over een maandje ingewerkt ben.
Het krijgen van dit hebbedingetje ging trouwens niet zonder slag of stoot. Ik heb er maandag zelfs ruzie over gevoerd met een arme helpdeskmedewerker. Het is lang geleden dat ik zo boos was. Ze hadden me namelijk eerst een zilveren telefoon beloofd, maar die bleek later niet leverbaar. Toen ik een nieuwe, zwarte, had besteld, was een paar dagen later de bestelling zoek. En toen ik de helpdeskmedewerker vroeg die bestelling voor me te gaan zoeken, kon hij me helaas niet helpen. En toen werd ik dus boos. Maar het is opgelost nu. Dezelfde dag nog ontving ik het bericht dat ik de telefoon deze week zou ontvangen. En hier ligt hij dan, te glimmen. Dit hele verhaal over telefoons begon overigens een paar weken geleden toen mijn oude, fijne Sony Ericson in de wc viel. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
Het krijgen van dit hebbedingetje ging trouwens niet zonder slag of stoot. Ik heb er maandag zelfs ruzie over gevoerd met een arme helpdeskmedewerker. Het is lang geleden dat ik zo boos was. Ze hadden me namelijk eerst een zilveren telefoon beloofd, maar die bleek later niet leverbaar. Toen ik een nieuwe, zwarte, had besteld, was een paar dagen later de bestelling zoek. En toen ik de helpdeskmedewerker vroeg die bestelling voor me te gaan zoeken, kon hij me helaas niet helpen. En toen werd ik dus boos. Maar het is opgelost nu. Dezelfde dag nog ontving ik het bericht dat ik de telefoon deze week zou ontvangen. En hier ligt hij dan, te glimmen. Dit hele verhaal over telefoons begon overigens een paar weken geleden toen mijn oude, fijne Sony Ericson in de wc viel. Maar dat is weer een heel ander verhaal.
woensdag 10 maart 2010
maandag 8 maart 2010
Je stomme Diane
Mijn zoon heeft het van geen vreemde. Ook ik vond het vroeger allemaal niet eerlijk en schreef daar zelfs brieven over naar m'n moeder. Een ervan kreeg ik zaterdag weer terug.
Hoi mam
Ik vind het helemaal niet leuk dat jij allen op mijn zit te katten. Ik zeg wel eens meer waarom moet je nou alleen op mij katten, zeker omdat k de jongste ben.*
En zo ga ik nog even door, om daarna af te sluiten met: Je stomme Diane. Hoe oud was ik toen? De enige aanwijzing om daarachter te komen zijn de oefenwoordjes achterop de brief. Ik zat dus op typeles. Maar wanneer was dat en hoe oud ben je als je dit soort brieven stuurt? Negen of tien? Zoiets waarschijnlijk.
Ben benieuwd wanneer we de eerste brief van onze kinderen krijgen. En wat er dan op staat.
*typefoutjes heb ik laten staan
donderdag 4 maart 2010
Lief zijn
'Waarom is zij nooit stout?' vroeg mijn zoon vanochtend. Z'n zus is nooit stout, en daar zit hij mee. Kan ik me ook wel voorstellen. Een zus hebben die altijd de liefste is, is natuurlijk niet leuk. 'Je zus is ook weleens stout hoor', stel ik hem gerust. 'Maar anders dan jij.' 'En ik', vraagt hij dan. 'Wat doe ik als zij stout is?' 'Dan ben jij superlief', zeg ik. En dat is nog waar ook. Raar mechanisme is dat. Is zoon stout, dan overtreft dochter zich in lief zijn. En andersom is het ook zo. Wat zou daar achter zitten?
Kan ik hier nog een mooie link maken met de actualiteit misschien? Want dan schrijf ik tenminste nog echt iets relevants. Met de verkiezingen? Die kopmannen bijvoorbeeld, als de een stout is, is de ander dan ook ineens de liefste van de klas? Ik heb het debat gisteren niet gezien, maar ik vind dat soort debatten dan ook vaak een groot toneelstuk. Elkaar overtreffen, niet in lief zijn, maar in nog slimmer of doortrapter zijn, daar gaat het om. En dat die rare clown met dat gebleekte haar nu zoveel stemmen krijgt, daar begrijp ik echt niks van. Ik hoop dat gauw duidelijk wordt dat hij echt geen programma heeft. En ik hoop dat dat nog gebeurt vòòr de landelijke verkiezingen.
Kan ik hier nog een mooie link maken met de actualiteit misschien? Want dan schrijf ik tenminste nog echt iets relevants. Met de verkiezingen? Die kopmannen bijvoorbeeld, als de een stout is, is de ander dan ook ineens de liefste van de klas? Ik heb het debat gisteren niet gezien, maar ik vind dat soort debatten dan ook vaak een groot toneelstuk. Elkaar overtreffen, niet in lief zijn, maar in nog slimmer of doortrapter zijn, daar gaat het om. En dat die rare clown met dat gebleekte haar nu zoveel stemmen krijgt, daar begrijp ik echt niks van. Ik hoop dat gauw duidelijk wordt dat hij echt geen programma heeft. En ik hoop dat dat nog gebeurt vòòr de landelijke verkiezingen.
dinsdag 16 februari 2010
Intriges
Trein naar Utrecht. Jonge vrouw. Surinaams of Antiliaans. Aan de telefoon. Heel de coupé luistert mee. 'Kan je mij die dingen sturen? De administratie misschien? Ik moet goed voorbereid zijn. … Irene, ze heet Irene. Ze verdient die baan gewoon niet. Ze studeert iets met kinderen, dus ze is straks gewoon weg.' Nieuw telefoontje, over hetzelfde onderwerp. 'Weet jij of ze al met Irene gepraat hebben? … Ja, ik wil de baan ook. Ik heb al een gesprek gehad met Linda, maar die begon toen ineens over Irene. Ze is volgens mij ook zwanger.' Derde telefoongesprek met weer hetzelfde onderwerp. Althans, dat denk ik, want na een eerste zin ('Ik baal!') gaat het gesprek over in een andere taal. Soms versta ik wel een woord, zoals onderdeel, solliciteer en snap je.
Arme Irene. Ze moest 'ns weten. Ik dacht dat je alleen dit soort intriges had op tv, maar ook Irene moet eraan geloven. Zou ze de baan krijgen, ondanks dat ze zwanger is? Of wordt het toch mijn treingenoot. Ik zal het nooit weten. Verhalen in de trein hebben meestal een open einde, zoals ook de volgende. Een meisje links van me vraagt aan de controleur hoe ze haar OV-kaart kan activeren. Het is haar nog steeds niet gelukt. De controleur raadt haar aan het toch nog een keer bij de paal (?) te proberen. Maar ze stelt de studente ook gerust: 'Je kaart is nog geldig tot 2030.' Nog een aardige studietijd te gaan dus.
Arme Irene. Ze moest 'ns weten. Ik dacht dat je alleen dit soort intriges had op tv, maar ook Irene moet eraan geloven. Zou ze de baan krijgen, ondanks dat ze zwanger is? Of wordt het toch mijn treingenoot. Ik zal het nooit weten. Verhalen in de trein hebben meestal een open einde, zoals ook de volgende. Een meisje links van me vraagt aan de controleur hoe ze haar OV-kaart kan activeren. Het is haar nog steeds niet gelukt. De controleur raadt haar aan het toch nog een keer bij de paal (?) te proberen. Maar ze stelt de studente ook gerust: 'Je kaart is nog geldig tot 2030.' Nog een aardige studietijd te gaan dus.
dinsdag 26 januari 2010
Bezemsteel
De heks had een neus als een komma zo krom
en een vlassige vlecht met eens strikje erom.
Een pientere poes, een hoed van fluweel
en een bezem van brem, met een stevige steel.
Ooit kreeg ik dit boek toen mijn oudste dochter nog een baby was. Nu ken ik de tekst uit m'n hoofd en worden de pagina's bij elkaar gehouden met wat stukjes plakband. Stap maar op m'n bezemsteel, zo heet het. Toen ik het kreeg, had ik nooit gedacht dat het zo populair zou worden hier in huis. Het kan ook andersom. Pas dacht ik nog dat het boek van Volkskrantcolumnist Hanna Bervoets wel supergrappig zou zijn, maar niets was minder waar. En het boek van Paulien Cornelisse, dat ik eerder had afgedaan als zo'n boek dat iedereen cadeau krijgt maar nooit gelezen wordt, bleek nu weer het grappigste boek van het jaar.
Veel lezen, dat is volgens mij de enige manier om uit te vinden wat werkt en wat niet. En dat geldt ook voor kinderen. Geef kinderen veel en gevarieerd leesvoer, en ze gaan het uiteindelijk leuk vinden. En blijf voorlezen, want alle kinderen vinden dat leuk. Ik ook.
Lees ook artikel van Aleid Truijens over lezen in katern Jong van Volkskrant vandaag.
zaterdag 23 januari 2010
Verhuizen?
Steeds vaker hoor ik het V-woord hier in mijn eigen buurtje. Buren vinden het hier heerlijk wonen, maar toch willen ze Verhuizen. En waarom? Vanwege het R-woord: Ruimte. Wij willen ook wel meer ruimte, maar dan in ons eigen huis. Kan niet, hè? Jammer. Maar verhuizen, daar ben ik gewoon niet goed in. Al die dozen, die onuitgepakte dozen. Wennen in een nieuwe buurt en heimwee hebben naar de oude. Dat is wat ik me van al mijn verhuizingen kan herinneren. Het komt altijd wel weer goed, maar toch.
Nee, we blijven. Alleen als al onze buren vertrekken, gaan we ook serieus zoeken. Dat hebben we nu besloten. Wel een fijne gedachte. Dan kunnen we ons nu weer gewoon gaan concentreren op genieten van wat we hebben, in plaats van op zoek te zijn naar wat we nog niet hebben.
Nee, we blijven. Alleen als al onze buren vertrekken, gaan we ook serieus zoeken. Dat hebben we nu besloten. Wel een fijne gedachte. Dan kunnen we ons nu weer gewoon gaan concentreren op genieten van wat we hebben, in plaats van op zoek te zijn naar wat we nog niet hebben.
dinsdag 12 januari 2010
School
Een beetje verdwaasd liep ik naar huis. Ik had net mijn jongste naar school gebracht. Het is zijn eerste week op school. Hij was keurig gaan zitten in de kring, had een boek gepakt en ik was erbij gaan zitten. Daarna afscheid genomen en de school uitgelopen. En toen was ik alleen. Normaal liep mijn zoontje dan gezellig te kletsen of trok hij me weg bij andere ouders, maar nu zat hij in zijn eigen klas. En ik bleef alleen achter met een brok in m’n keel. Gek eigenlijk. Normaal is het toch andersom. Het kind hoort te schreeuwen en te huilen zo’n eerste week. Ik deed dat ook volgens mijn moeder. Ze moest me mijn eerste dag zelfs weer mee naar huis nemen omdat ik niet te handhaven was. Maar niet mijn zoon dus.
Grappig, die moeder-emoties. Zo noemde mijn man ze toen ik hem vertelde hoe ik verdrietig naar huis was gelopen. Kon hij zich niks bij voorstellen. Is ook raar natuurlijk. Maar ja, wat doe je eraan. Het goede nieuws is dat zoonlief het super doet. Wat een man is het toch. Steekt meteen bij de eerste dag z’n vinger al op om een vraag te stellen. Het kind dat aan de beurt was, had een lang verhaal. Zijn geduld werd dus flink op de proef gesteld. Maar hij bleef z’n vinger in de lucht houden. Soms even ondersteund door z’n andere arm.
Grappig, die moeder-emoties. Zo noemde mijn man ze toen ik hem vertelde hoe ik verdrietig naar huis was gelopen. Kon hij zich niks bij voorstellen. Is ook raar natuurlijk. Maar ja, wat doe je eraan. Het goede nieuws is dat zoonlief het super doet. Wat een man is het toch. Steekt meteen bij de eerste dag z’n vinger al op om een vraag te stellen. Het kind dat aan de beurt was, had een lang verhaal. Zijn geduld werd dus flink op de proef gesteld. Maar hij bleef z’n vinger in de lucht houden. Soms even ondersteund door z’n andere arm.
vrijdag 8 januari 2010
Plastic
Ik heb geschaatst! Ging meteen onderuit toen ik de eerste ‘stappen’ zette, maar gleed daarna redelijk weg. Nog steeds schaats ik een beetje als kunstschaatsster op noren, maar voor het eerst in een paar jaar voelde het weer heerlijk. Een beetje zoals toen ik een jaar of tien was en schaatste op de Westlandse slootjes. Nieuwe schaatsen, daar komt het door. Van plastic, zonder veters, helemaal geschikt voor de recreatieschaatser, staat op de doos. Nooit meer van die korte, leren martelschaatsen voor mij. Leve de plastic schaatsen. Min vier was het vanavond, maar ik voelde geen kou. Ik hoor nu net op tv dat het vijftien dagen lang blijft vriezen. Morgen met sneeuwstorm. Toch ga ik morgen weer.
woensdag 6 januari 2010
Pardon?
Ik heb mijn achternaam nooit mooi gevonden. Te lang en te hard. Maar toen ik eindelijk de kans kreeg om hem te veranderen, want dat hoort immers bij trouwen, toen lukte het me niet. Iets hield me tegen. Terwijl ik toch een prachtige Franse naam had kunnen krijgen. En meteen dezelfde naam had gehad als mijn kinderen. Wel zo duidelijk. Maar nee, mijn gevoel zei nee. Toch raar, een naam. Ook best belangrijk. Je zult maar Pardon heten, zoals een familie in onze wijk. Dat levert vast ingewikkelde gesprekken op. 'Hoe heet u?’ ‘Pardon.’ ‘Nee, hoe heet u?’ ‘Pardon!’
En dan naamcombinaties. Daar weleens over nagedacht? Ik hoorde van iemand die zijn dochter Appel had genoemd. Dat is geen doorsnee naam, maar het ergste komt nog. De achternaam van dit kindje was Moes. Bijna niet te geloven. Maar degene van wie ik dit hoorde, vertelde me met haar hand op het hart dat het echt waar was. Het was haar vriendin, mevrouw Moes, die haar arme kind had opgezadeld met Appel. Bewust! Van iemand anders hoorde ik weer dat haar broer zijn dochter bijna Anne had genoemd, terwijl zijn achternaam Nas is.
Opletten dus als je de namenlijstjes doorloopt. Daan is overigens de populairste op de lijstjes van vorig jaar, las ik deze week in de krant, en Emma voor de meisjes. Vallen daar nog rare naamcombinaties mee te maken?
En dan naamcombinaties. Daar weleens over nagedacht? Ik hoorde van iemand die zijn dochter Appel had genoemd. Dat is geen doorsnee naam, maar het ergste komt nog. De achternaam van dit kindje was Moes. Bijna niet te geloven. Maar degene van wie ik dit hoorde, vertelde me met haar hand op het hart dat het echt waar was. Het was haar vriendin, mevrouw Moes, die haar arme kind had opgezadeld met Appel. Bewust! Van iemand anders hoorde ik weer dat haar broer zijn dochter bijna Anne had genoemd, terwijl zijn achternaam Nas is.
Opletten dus als je de namenlijstjes doorloopt. Daan is overigens de populairste op de lijstjes van vorig jaar, las ik deze week in de krant, en Emma voor de meisjes. Vallen daar nog rare naamcombinaties mee te maken?
Abonneren op:
Posts (Atom)