Een intercity die naar Hoofddorp gaat. Dat kan toch niet? Alleen de combinatie intercity en HoofdDORP, dat vloekt al. Maar toch zat ik gisteren in die snelle trein naar Hoofddorp. Er waren namelijk wegwerkzaamheden. De trein naar Leiden ging maar tot Hoofddorp en daarna stond er een bus klaar. De reis werd daardoor langer dan waar mijn reisgenoot en ik zin in hadden. En we hadden al vertraging door een Amsterdamse tram die maar niet kwam opdagen. Maar oké, je doet er niets aan. Zoals je ook niets doet aan die jongen die naast je komt zitten en z’n levensverhaal aan je gaat vertellen. Ik zag het al aankomen toen hij onze kant op kwam. Ik dacht, die heeft een verhaal. Het was overigens een triest verhaal. Over een ex en drie kinderen. Eén kindje was bij de eerste ex. Twee kinderen van de andere ex waren net door Jeugdzorg ergens anders ondergebracht. Hij zal niet ouder geweest zijn dan vijfentwintig. Zo jong en dan al dit meemaken.
Reizen met de bus of trein is zo toch echt anders dan met de auto ergens naartoe gaan. Daar geen levensverhalen, of het moet op Radio 1 zijn. En daar maak je ook niet mee dat je op een koud perron drie collectanten van de KWF tegenkomt, zoals gisteren. Jong nog, witte plastic jassen aan met het logo van het goede doel. Ik was onder de indruk, totdat een van de jongens een pakje sigaretten uit z’n zak haalt, een sigaret opsteekt en er een aan de jongen naast hem geeft. Dat was zo’n raar gezicht. Een collectant van de kankerbestrijding die rookt. Dat klopte gewoon niet. Net als die intercity die naar Hoofddorp ging.