dinsdag 4 mei 2010

Nat

Ik heb het koud. Koude handen, koude werkkamer, alles is koud. Het is negen graden. In mei! In New York is het nu zesentwintig graden en zelfs in Moskou - waar het altijd koud is, toch - staat de thermometer op tweeëntwintig. Dat wil ik ook. Ja, het was bij ons donderdag nog heerlijk warm. Dat weet ik ook wel. Maar die overgang vind ik altijd zo moeilijk. En vooral omdat ik weet dat ik volgende week in een tent zit. En niet een tent in Moskou of New York. Nee, in Ommen.

Regen en kou is geen weer om naar de speeltuin te gaan. Maar een dag binnen zitten is ook geen optie, vooral niet voor een vierjarig jongetje. Daarom zijn we gisteren naar de film geweest. Kijk, en dat is dan weer iets positiefs dat dit natte weer ons brengt. Als ik vroeger aan kinderen dacht, leek het me zo leuk om ooit met je eigen kind naar de film te gaan. En nu doe ik dat gewoon. En het is nog leuk ook. De eerste keer naar de film was geen succes. Ik ging toen met mijn dochter en twee vriendjes. Ze vonden de film alle drie eng en vroegen me daarom om de paar minuten of we al naar huis gingen. Maar Iep was niet eng. We hebben dus de hele film uitgezeten en ervan genoten. De kou en regen daarna was ineens minder erg.