maandag 31 mei 2010

Mensen

We zijn steeds meer op onszelf gericht, individualistischer. Die klacht hoor je al jaren. Ik denk dat daar wel wat van waar is, maar ik heb dit weekend ook iets heel anders gezien. Bijvoorbeeld bij een reünie van een basisschool - voorheen mijn lagere school. De school bestond honderd jaar en alle leerlingen waren uitgenodigd. Dus Tiny van tachtig, maar ook Vanessa van twintig. Ik voelde me aanvankelijk wat verloren toen ik tussen alle bejaarden mijn klas zocht (ik was te vroeg). Maar een half uur, en een paar gesprekken met ouders van oud-klasgenoten later, vond ik toch mijn jaar. Edith en Edith, ooit mijn beste vriendinnen, Astrid, de handbalster en nu getrouwd met een broer van klasgenoot Yvonne en Paul, nu tuinder, maar ooit een week mijn vriendje (tot iemand anders het voor hem uitmaakte). We hadden elkaar zo’n dertig jaar niet gezien en toch herkenden we elkaar allemaal. Grijs haar, krullen, geen haar, dikker, soms dunner. Iedereen was veranderd, maar iedereen was ook helemaal niet veranderd. En wat vooral opviel, was dat iedereen het leuk vond om elkaar weer te zien.

Dezelfde dag was ik op een ander feest, een feest in mijn eigen straat. Ook daar een heleboel mensen die zich erg goed vermaakten. Zoals onze oudste bewoner, van 91 jaar, die ook dit jaar weer graag wilde komen, maar wel met de kanttekening dat ze niet zeker wist of ze er dan nog wel zou zijn. En al die kinderen die door de regen renden en fietsten en uiteindelijk met z’n allen voor de tv neerploften. Er werd gegeten, gedronken en heel veel gepraat. Je ziet elkaar als buren vaak, maar echt praten met elkaar komt er in de dagelijkse routine niet van. Zo weet ik nu dat er weer nieuwe kinderen bijkomen, een tweeling zelfs, en dat er in onze straat veel echtgenotes ouder zijn dan hun echtgenoot. Meer dan gemiddeld, volgens mij. Het klapstuk voor mij was het dansen in de straat. Dat had ik nog nooit gedaan. Zo tegen het einde van de avond stonden we allemaal op de housemuziek van buurman Raoul te swingen. Oud en jong. Kijk, en daarom vind ik dus dat het wel meevalt met die sombere verhalen over mensen die elkaar niet zien staan. Dit weekend hadden de mensen op mijn feestjes daar alvast geen last van. Op die ene klager na dan, die om elf uur kwam vragen tot hoe laat onze vergunning liep.

dinsdag 25 mei 2010

Teek

Elk jaar zijn er ruim een miljoen Nederlanders die een tekenbeet oplopen. Dit weekend ben ik er twee tegengekomen. Twee mensen, dus, die een tekenbeet hadden. Eigenlijk waren het kinderen, maar dat doet er niet toe. Wat er wel toe doet, is dat het hartstikke eng is, zo’n teek. Een moeder die de teek had verwijderd, vertelde me dat ze een bobbel zag met bewegende pootjes op het hoofd van haar zoon. Bewegende pootjes! Daar moet je toch niet aan denken. En hem er dan uittrekken zonder dat iets achterblijft. Ik heb altijd geleerd dat dat uittrekken met een draaiende beweging moet gebeuren omdat het anders alleen maar erger wordt. Gelukkig las ik nu net op internet dat dat niet meer hoeft.

In maart was er in Nederland een speciale tekenweek. Goed getimed, want je moet op tijd voorlichten. Anders gaan al die mensen de natuur in zonder rekening te houden met de teek. Ik had tot vandaag nooit gehoord van de week van de teek, maar heb toch goed opgelet dit weekend. Heb nog geen teek kunnen ontdekken. Ook niet bij mijn kinderen. Maar je weet nooit of er in een klein hoekje of gaatje nog een zit. Ze houden namelijk van zachte warme plekjes. Goed in de gaten houden dus.

dinsdag 18 mei 2010

Thuis

Een warme douche, een zacht bed, een keuken, een keukenkast met eten, een televisie, een computer, een trap naar boven, een eerste verdieping, een tweede verdieping, deuren, een boekenkast, de krant, een koffiezetapparaat. Het lijkt zo gewoon, maar wat geniet ik ervan. Ik overdrijf, ik weet het, maar na een week op een koude camping is een cappuccino uit je eigen koffiezetapparaat met een janhagel erbij echt lekkerder. En die avond op de bank voor de tv voelt ook anders. Tip voor mensen die altijd op zoek zijn naar beter en meer: ga eens kamperen zonder kachel in april of mei. Wedden dat je daarna niet meer klaagt.

We hebben al twee campings geboekt voor de zomer: een in Zwitserland en een in Italië. Want kamperen blijft leuk, ondanks de ontberingen. Ben wel benieuwd wat het gaat worden. Hoop dat de Italiaanse camping op de grens van Oostenrijk Italiaans aanvoelt en dat de pasta lekker is. En dat die Zwitserse camping mooie vergezichten heeft. We zullen het zien. En dit was overigens de laatste blog over campings en kou. Dat hoofdstuk is nu afgesloten.

dinsdag 11 mei 2010

Mirtos


Mirtos. Weleens van gehoord? Is een klein dorpje aan de zuidkust van Kreta. Voordat we kinderen hadden, gingen we daar elke meivakantie naartoe. Warm, lekker eten, azuurblauwe zee, mooie natuur, witte huisjes. Vrij ideaal. Volgend jaar wil ik daar weer naartoe, heb ik bedacht in mijn koude tent in Ommen. Ik ben even thuis om een cursus te volgen en geniet van de warmte en het zachte bed hier in Leiden. Om 14.27 uur vertrekt mijn trein weer terug naar Ommen.

De camping in Ommen is leuk. Grote grasvelden, rustig, leuke vrienden bij ons. Alleen het weer wil niet echt meewerken. ’s Ochtends sta je koud op, douchen is even fijn, maar daarna niet meer en ’s avonds is het ijskoud. En wat gebeurde er met me in die kou? Ik ging verlangen naar Griekse warmte. Heel logisch eigenlijk. Maar nu is het weer tijd om op ter stappen. Om naar mijn gezin te gaan. Heb ik zin in hoor. Maar ik ga in de trein ook alvast fantaseren over volgend jaar. In Mirtos.

vrijdag 7 mei 2010

Ommen

Het gaat er dan echt van komen: we gaan kamperen. Morgen eerst nog even de zwemles (want we hadden al te veel lessen gemist) en dan weg. Althans, het inpakken zal nog wel een paar uur duren, maar daarna starten we de auto. Het zal dan rond vier uur in de middag zijn, verwacht ik. We zijn namelijk nooit zo snel. Ik weet niet precies of het nu aan mij ligt of aan mijn echtgenoot, maar het duurt altijd langer dan we gepland hadden. We nemen ook altijd meer mee dan we gepland hadden. De tijden van een rugzak zijn voorgoed voorbij. Het is nu een auto volgestouwd met tentspullen, kampeerkistjes, skeelers, stoelen, parasols, boeken en dit keer vooral met heel veel waterdichte spullen.

Want regen gaan we krijgen, dat is zeker. En kou ook. Kampeervriendin Monique belde net nog op. Vroeg of we nog wel gingen. Of we nog zin hadden. Mijn man zei ja. Het valt altijd mee als je er bent, zei hij ook nog. Daar houden we ons dus maar aan vast. Volgende week, na een weekje Ommen, meer over onze vakantie.

woensdag 5 mei 2010

Doek!

Drie maanden try-out. Dat gebeurt tegenwoordig voordat een toneelstuk zijn première heeft. Wist ik niet. Lijkt me lastig om met zo’n lange aanloop de spanning en de energie erin te houden. Eigenlijk hebben ze zo wekenlang een repetitie met publiek. Gisteren waren we bij de eerste try-out van ‘Doek!’, van toneelschrijver Maria Goos en gespeeld door Peter Blok en Loes Luca. Het was met recht een soort repetitie. De acteurs waren de tekst nog weleens kwijt. Marijke die op de eerste rij zat, mocht dan souffleren. ‘Marijke’ zei een van de spelers dan, en dan kwam ze meteen met een zin of woord. Een keer waren ze zoveel tekst vergeten dat Marijke het ook niet meer wist.

Wie nu denkt dat ik hier een toneelstuk zit af te kraken, heeft het helemaal mis. Ik vond het een prachtig stuk. Het moest op gang komen, dat wel, maar daarna stond het als een huis. Loes Luca was geweldig als oudere actrice die was teruggehaald uit haar Franse jetset wereldje. En ook Peter Blok overtuigde als verlopen acteur waar niemand meer mee wilde spelen. Wat de avond extra bijzonder maakte, is dat man en ik door schrijver Maria Goos, door de uitvoerende producent Marijke (want ze bleek dus niet alleen souffleur te zijn) én door de producent gevraagd werden naar onze mening. ‘Was alles duidelijk?’ ‘Hoe vond je het dat Peter later nog als gynaecoloog opkwam?’ Wij gaven keurig antwoord. Vonden niet alles even duidelijk, maar vonden het bovenal een mooi stuk. En dat is vast nog steeds zo over drie maanden met de première.

dinsdag 4 mei 2010

Nat

Ik heb het koud. Koude handen, koude werkkamer, alles is koud. Het is negen graden. In mei! In New York is het nu zesentwintig graden en zelfs in Moskou - waar het altijd koud is, toch - staat de thermometer op tweeëntwintig. Dat wil ik ook. Ja, het was bij ons donderdag nog heerlijk warm. Dat weet ik ook wel. Maar die overgang vind ik altijd zo moeilijk. En vooral omdat ik weet dat ik volgende week in een tent zit. En niet een tent in Moskou of New York. Nee, in Ommen.

Regen en kou is geen weer om naar de speeltuin te gaan. Maar een dag binnen zitten is ook geen optie, vooral niet voor een vierjarig jongetje. Daarom zijn we gisteren naar de film geweest. Kijk, en dat is dan weer iets positiefs dat dit natte weer ons brengt. Als ik vroeger aan kinderen dacht, leek het me zo leuk om ooit met je eigen kind naar de film te gaan. En nu doe ik dat gewoon. En het is nog leuk ook. De eerste keer naar de film was geen succes. Ik ging toen met mijn dochter en twee vriendjes. Ze vonden de film alle drie eng en vroegen me daarom om de paar minuten of we al naar huis gingen. Maar Iep was niet eng. We hebben dus de hele film uitgezeten en ervan genoten. De kou en regen daarna was ineens minder erg.