dinsdag 20 oktober 2009

Wasmiddel

Ik heb iets bijzonders ontdekt! Vind je ook dat net gewassen kleren van anderen altijd lekkerder ruiken dan je eigen kleren? Ik wel. Iedere keer als ik nieuwe (gebruikte) kinderkleding kreeg van een vriendin of buur vond ik die heerlijk ruiken. Veel lekkerder dan mijn eigen was. Hoe doen ze dat toch, dacht ik altijd. Welk wasmiddel gebruiken ze?

Totdat mijn buurvrouw dezelfde vraag aan mij stelde. "Welk wasmiddel gebruik jij? Ik wil dat mijn was ook zo lekker ruikt?", vroeg ze me een keer. Toen begreep ik het. Mijn neus is gewend geraakt aan de geur van Witte Reus, en nu ook van Omo. Anderen ruiken het wel en ik niet. Maar hoe krijg ik dan toch die lekkere geur van net gewassen wasgoed in huis? Vaak wisselen van wasmiddel. Dat moet het zijn. Ik ga het proberen, en hou je op de hoogte.

Ergernissen

Een partner die met z'n handen eet of zonder pardon boeren en scheten laat aan tafel. Dat is toch vreselijk! Ik las er gisteren over in het Volkskrant Magazine en kreeg meteen de slappe lach. Ik zag het al voor me: een vrouw, want ja het was een vrouw!, die met haar handen in de macaroni graait., terwijl haar kinderen schaapachtig naar haar kijken.

Dat kan toch niet. Of wel? Ja, ik was ooit in Sri Lanka waar de mensen in een restaurant ook hun rijst met duim en vier vingers naar binnen werkten. Maar dat is toch anders dan een Nederlandse vrouw, aan zo'n Nederlandse tafel met Nederlands eten. Ik zou me aan zo'n vrouw gaan irriteren.

woensdag 16 september 2009

Sportschool

Relatieproblemen, ruzies met vriendinnen, pijntjes en ziektes. Je kunt het niet bedenken of het wordt wel besproken in de vrouwenkleedkamer. Gebeurt dat nu ook in de mannenkleedkamer? Dat ze elkaar daar de diepste geheimen vertellen. Ik sta iedere keer weer versteld van de verhalen die ik hoor. Voel me soms gewoon te veel. Mijn verhalen komen pas buiten als ik naar huis loop met mijn buurvrouw. In de kleedkamer zit ik op een bankje en doe ik alsof ik niet luister. En dan nog iets. Hoe komen die vrouwen in de kleedkamer zo bruin? Ik vond dat ik deze zomer aardig was bijgekleurd, maar als ik die lichamen daar zie. Ik heb overal van die witte stukken, maar bij deze vrouwen zijn die er niet. Egaal bruin zijn ze, en met een string. Want dat hoort er ook bij in de kleedkamer.

Twee keer in de week ga ik naar de sportschool. Ik fiets, ik loop hard en ik volg het 'buikspierkwartier'. Al met al ben ik een uur in de weer, en dan mag ik weer naar huis. Er naartoe gaan is altijd even moeilijk. Als ik er eenmaal ben, valt het mee. Ik kan dan tv-kijken op de grote televisieschermen die daar hangen. Thuis vind ik dat ik allerlei nuttige dingen moet doen waardoor tv-kijken er vaak bij in schiet, maar hier mag ik. Ik kijk naar de tv-makelaar, Desperate Housewives en meer van dat soort programma's die ik thuis niet durf te kijken. Pas kwam ik midden in een SM-programma terecht. Ik kreeg er rode wangen van en keek snel om me heen wie er nog meer keek. Sinds een paar weken kun je op de grote schermen alleen nog maar kijken naar TMF, sport en het infokanaal. Misschien was de SM-aflevering van daarvoor niet goed gevallen bij de leiding. Ik neem nu m'n MP3 speler mee. Lekker lopend of fietsend wegdromen bij the Editors, Jef Buckley of Kate Nash. Heerlijk.

woensdag 9 september 2009

Speelgoed

Een plof op de deurmat. Daar begon het mee. Een week geleden was dat. Intertoys had z'n werk erg op tijd gedaan en stuurde ons de speelgoedbrochure. Dik, vol met foto's van Powerminers, prinsessen en meer van dat spul. De kinderen vlogen erop af en kregen meteen ruzie. Mijn eerste gedachte was, 'die komt toch altijd rond Sinterklaas?'

Ik weet niet hoe het bij andere gezinnen is, maar na die plof op de mat wordt er bij ons alleen nog maar gelezen in de speelgoedbrochure. Soms een prentenboekje tussendoor, maar dan meteen weer terug naar het speelgoed. Ze zeggen weleens dat kinderen niet meer lezen. Nou, speelgoedboekjes worden nog wel gelezen. Of tellen die niet mee?

Het speelgoedboek begint al aardig uit elkaar te vallen. Er is veel aan getrokken en in geknipt. Door dat knippen hebben we nu ook een aantal papieren in de kamer rondslingeren waar plaatjes van speelgoed op geplakt zijn. "Deze wil ik voor m'n verjaardag", zegt zoonlief dan, "en deze ook." Hij vervolgt die wens dan altijd met de vraag 'Is dit eigenlijk mijn maat?', waarmee hij bedoelt: is dit voor kinderen van drieënhalf jaar? Meestal kiest hij speelgoed voor zeven jaar en ouder of zelfs nog ouder. Dochter knipt vooral dingen uit die roze zijn. Pas had ze iets uitgeknipt als cadeau voor een kinderfeestje. Dat was dan weer handig. Scheelt een hoop gezoek in de winkel. Jammer dat ze het cadeau dan zelf ook wil hebben.

Ooit bedacht ik dat ik mijn kinderen nooit van dat belachelijke plastic speelgoed zou geven. Maar kijk nu. Het Intertoys-boek is onze bijbel geworden, de Babyborn slingert ergens rond in de woonkamer en in de tuin staat een plastic speelhuis. Principes. Volgens mij moet je die gewoon in een diepe la stoppen zodra je kinderen krijgt. En die la nooit meer open doen, trouwens. Ook niet als de kinderen uit huis zijn. Dat is beter.

dinsdag 1 september 2009

Op het schoolplein

Ik ben eraan gewend nu. Na anderhalf jaar. Maar de eerste maanden dat ik op het schoolplein moest wachten op mijn dochter, vond ik zwaar. Er is toch een soort hiërarchie, ook bij ouders. Er zijn van die ouders die iedereen kennen. Anderen kletsen uren met de juf. Weer anderen gaan meteen allerlei speelafspraken regelen. En daar sta je dan als nieuwe ouder. Ik voelde me net zo verloren als mijn dochter toen.

Maar nu ben ik een doorgewinterde ouder. Ik klets met iedereen en loop zelfverzekerd door de school. Hoe heb ik dat bereikt? Ik denk dat mijn dochter daar een grote rol in heeft gehad. Door speelafspraakjes leer je de ouders beter kennen. En eigenlijk zijn ze ook niet zo eng, die ouders. Veel zijn er zelfs heel aardig. Het scheelt natuurlijk dat onze dochter op een school zit met ouders die allemaal erg op elkaar lijken: de hoogopgeleide, soms wat alternatieve ouders die links van het midden stemmen. Geen gemengde school dus. Daar heb ik zo nu en dan nog wel bedenkingen bij, maar dat is weer een heel ander verhaal.

woensdag 26 augustus 2009

Mexicaanse griep

"Ik heb geen Mexicaanse griep!" roept mijn zoon als ik bij de BSO uitleg waarom ik niet naar boven kan komen. Sinds afgelopen zaterdag zijn we in de ban van dé griep. Op die dag kwam onze zoon thuis met hoge koorts en een opvallend hoestje. "Mexicaans", riepen mijn man en ik in koor. En ja, alles leek erop te wijzen. En dan? Want daar staat niks over in de krant. Er staat wel hoeveel maatregelen de bedrijven hebben genomen en welk drankje er bij Balkenende op z'n nachtkastje staat. Maar als je dan zelf die enge griep in huis hebt. Wat dan te doen?

Mensen gaan je mijden. "O, de m-griep. Dan kom ik volgende week wel even langs." En je kunt je zoon natuurlijk niet naar de crèche sturen. Een lopende tijdbom is het. Dan maar thuisblijven, werk even uitstellen en je zorgfunctie uitoefenen. Maar hoe is het eigenlijk om die vreselijke griep te hebben? Als ik naar m'n zoon kijk, die al een paar dagen heel tevreden dvd's aan het kijken is, valt het allemaal best mee. Een griepje, dat is alles wat het is. Ik hoop overigens wel dat het bij één griepje blijft hier in huis, en niet vier. Ik heb nog veel te veel te doen.

dinsdag 18 augustus 2009

Werk aan de winkel

Vakantie is voorbij. Ik hoor hard aan het werk te zijn. Nieuwe klanten te zoeken. Uitdagingen te vinden. Het boek van Covey te lezen. En wat ben ik aan het doen? Ik zoek naar campings op internet. Ik kijk naar het weerbericht in Tursac (waar we twee weken geleden met ons tentje stonden). Ik ben niet productief!

Maar morgen is het vast anders. Als je bij een baas werkt, sta je toch ook uren bij de koffieautomaat met vakantieverhalen. En leuk is het natuurlijk wel. Even terugdenken aan die groene camping, dat ijskoude zwembad, kanoën in de Dordogne en eten in de Auberge. Nagenieten hoort er gewoon bij. En als ik dat als kleine zelfstandige via internet doe, dan moet dat toch kunnen. Hè, dat lucht op. En nu maar weer iets zinnigs gaan doen, als een planning maken of zo.

woensdag 15 juli 2009

Flexibel

Grappig is dat. Als je lang over een woord nadenkt, is elk woord vreemd en raar. Neem het woord flexibiliteit. Flex – ibel. Klinkt gek, toch? Hoe zijn ze er ooit opgekomen? Wie heeft het woord voor het eerst gebruikt en in welke situatie? Ik zou het niet weten. Wat ik wel weet, is dat ik het sinds februari te pas en te onpas gebruik. “Ja, ik ben voor mezelf begonnen. Waarom? Niet meer duizend dingen tegelijk doen, me helemaal focussen op schrijven én meer flexibiliteit.”

Maar dan toch nog even terug naar dat woord: flexibiliteit. De Van Dale beschrijft het als buigzaamheid en lenigheid. Nu is lenig het laatste wat je mij zou kunnen noemen. Buigzaam, in de figuurlijke zin dan, past wel bij mij en mijn karakter. Maar is mijn leven nu ook buigzamer geworden sinds ik mijn tekstbureau ben gestart? Moeilijke vraag. Ik word minder geleid door de waan van de dag. Ik kies zelf wat ik ga doen en niemand kiest dat voor me. Ik stop soms wat eerder om bij de kinderen te zijn of iets anders te doen. Soms werk ik ’s avonds. Zo terugkijkend is het inderdaad wel wat buigzamer geworden, minder vaststaand, en vooral leuker. Wel jammer dat m'n rug er niet flexibeler op wordt, met al dat bureauwerk.

Terug van weggeweest


Ik ben er weer. In mijn laatste blog (in november vorig jaar) vertelde ik al dat mijn werksituatie zou gaan veranderen. En dat is dus gebeurd. Sinds 2 februari heb ik mijn eigen tekstbureau. En druk dat het is joh! Zo druk dat er geen uurtje over is voor mijn blog.

Maar dat is natuurlijk niet waar. Ik ben erg tevreden over hoe het nu gaat, maar ik had best 's tijd kunnen nemen om m'n blog bij te werken. Ik heb het gewoon niet gedaan. Maar toen een collega, of eigenlijk ex-collega, me vorige week aan m'n blog herinnerde, kreeg ik er ineens weer zin in. Ik ben er dus weer, en ik hoop 't te blijven volhouden.