Grappig is dat. Als je lang over een woord nadenkt, is elk woord vreemd en raar. Neem het woord flexibiliteit. Flex – ibel. Klinkt gek, toch? Hoe zijn ze er ooit opgekomen? Wie heeft het woord voor het eerst gebruikt en in welke situatie? Ik zou het niet weten. Wat ik wel weet, is dat ik het sinds februari te pas en te onpas gebruik. “Ja, ik ben voor mezelf begonnen. Waarom? Niet meer duizend dingen tegelijk doen, me helemaal focussen op schrijven én meer flexibiliteit.”
Maar dan toch nog even terug naar dat woord: flexibiliteit. De Van Dale beschrijft het als buigzaamheid en lenigheid. Nu is lenig het laatste wat je mij zou kunnen noemen. Buigzaam, in de figuurlijke zin dan, past wel bij mij en mijn karakter. Maar is mijn leven nu ook buigzamer geworden sinds ik mijn tekstbureau ben gestart? Moeilijke vraag. Ik word minder geleid door de waan van de dag. Ik kies zelf wat ik ga doen en niemand kiest dat voor me. Ik stop soms wat eerder om bij de kinderen te zijn of iets anders te doen. Soms werk ik ’s avonds. Zo terugkijkend is het inderdaad wel wat buigzamer geworden, minder vaststaand, en vooral leuker. Wel jammer dat m'n rug er niet flexibeler op wordt, met al dat bureauwerk.