vrijdag 10 juni 2011

Spelen

Gisteren na school stond Cas op het speelplein. Hij wilde wel met iemand spelen, maar met wie? Altijd lastig. En dan is het ook nog eens zo dat Cas alleen thuis wil spelen. En dat kan de onderhandelingen flink vertragen. ‘Maar ik was de vorige keer al bij jou!’ En daar sta je dan als moeder. Je vindt dat het vriendje groot gelijk heeft, maar je weet ook dat Cas onvermurwbaar is in dit soort zaken. Als hij thuis wil spelen, dan wil hij thuis spelen. Een paar maanden geleden zijn we begonnen met een vel met nummers. Elke keer dat hij ergens anders speelde, leverde hem een sticker op, met als beloning skeelers. Er zitten volgens mij nu drie stickers op.

Het blijft een aandachtspunt, dat spelen. Maar ik ga niet meer pushen. Daar wordt niemand gelukkig van. Toen Cas gisteren zijn keuze gemaakt had, het werd zijn meest favoriete vriend, bleek deze naar de BSO te moeten. ‘Maar morgen kom je toch op m’n kinderfeestje, zei de vriend.’ Kinderfeestje?! Daar wisten we nog niets vanaf. Was er misschien een kaart kwijtgeraakt? Heb ik iets gemist? Een telefoontje naar de moeder, zonet, heeft uitsluitsel gegeven. Er is vanmiddag geen feest. Wel over een paar weken, en Cas is uitgenodigd. En naar zo´n feestje gaat hij dan weer wel.